Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Broeders van het Gemene Leven

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Broeders van het Gemene Leven
Orde of congregatie:
Broeders van het Gemene Leven
Alternatieve namen:
Broeders van het Gemene Leven
Stichter, stichteres:
Florens Radewijns
Stichtingsjaar:
1380 - ca. 1800
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Deventer
Doelstelling:
Contemplatie; onderwijs; exploitatie convicten; boekproductie
Geschiedenis:
De geschiedenis van de broeders van het gemene leven maakt deel uit van de geschiedenis van de Moderne Devotie, waarvan Geert Grote als geestelijke vader wordt beschouwd en die ontstond als geestelijk réveil tegen de verloedering van het leven van de clerus en de verruwing van de volkse zeden. Zonder formele kloostergeloften af te leggen, gingen de broeders van het gemene leven de verplichting aan tot een gemeenschappelijk leven overeenkomstig de door de Moderne Devotie voorgestane idealen van de vroege christelijke kerk. Hun goederen schonken ze aan elkaar. Op de aldus ingebrachte goederen konden zij zelf, maar ook hun erfgenamen geen recht meer doen gelden. Rond 1380 werd in Deventer door Florens Radewijns, een vroege medestander van Geert Grote, de eerste gemeenschap van broeders van het gemene leven, het Heer Florenshuis, opgericht. Van kerkelijke zijde werd de druk steeds groter om deze, op alleen wettelijk recht gestoelde samenlevingsvorm, hoewel goedgekeurd door zowel de bisschop van Utrecht als het concilie van Konstanz, in te voegen in een kerkrechtelijk goedgekeurde vorm van gemeenschappelijk leven. Veel gemeenschappen van broeders van het gemene leven namen toen óf de regel van Augustinus óf de derde regel van Franciscus aan. Aldus ontstonden er binnen de Moderne Devotie drie takken: broeders van het gemene leven die geen geloften aflegden, tertianen die de derde regel van Franciscus volgden en verenigd waren in het Kapittel van Utrecht en regulieren die volgens de regel van Augustinus leefden en in het Kapittel van Windesheim georganiseerd waren. Door een in 1568 door paus Pius V uitgevaardigde bul werden gemeenschappen, waarvan de leden geen kloostergeloften hadden afgelegd, verplicht een kloosterregel aan te nemen. Werd daaraan geen gevolg gegeven dan werd de gemeenschap ontbonden. In Nederland viel de werking van deze bul grotendeels samen met de invloed van de hervorming, waardoor aan de meeste huizen van broeders van het gemene leven een einde kwam
Gebruikte bronnen:
Aanvankelijk tekst in DOC-MON Kloosters in Nederland moderne periode, gebaseerd op de volgende bronnen: A.G. Weiler (ed.), "Volgens de norm van de vroege Kerk. De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene leven in Nederland" (Nijmegen 1997); J. Kuys, "Kerkelijke organisatie in het middeleeuwse bisdom Utrecht" (Nijmegen 2004) 270-271 (lit.): bul PA V 1568; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. XIV/XVI/XVIII/XIX/XX/XXI/XXii; J. van Eijnatten en F.A. van Lieburg, “Nederlandse religiegeschiedenis” (Hilversum 2006), p. 121-124; A. Dlabacová, K. Goudriaan en R. Hofman, ‘Wat is de Moderne Devotie?, in “De Moderne Devotie. Spiritualiteit en cultuur vanaf de late Middeleeuwen” (WBOOKS Zwolle, 2018), p. 12
ENK Monasticon nummer:
P004