Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Amsterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1475 - 1589
Orde of congregatie:
Cellezusters
Naam van het klooster:
Falijsusterkyns
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Nicolaas
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1475
Opheffing/laatste vermelding:
1589
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Hoewel het stadsbestuur van Amsterdam eigenlijk geen uitbreiding van het aantal kloosters meer wilde, werd er voor de vestiging in 1475 van de cellezusters in de stad een uitzondering gemaakt. Dit echter onder voorwaarden. Zo moesten de zusters hun eigenlijke taak, het verzorgen van zieken met name van pestlijders, ook in Amsterdam op zich nemen. Andere voorwaarden waren, dat het aantal zusters niet meer dan dertien zou bedragen en dat er geen kapel, kerk of altaar opgericht zou worden. Het klooster van de zusters, die naar de regel van Augustinus leefden, lag tussen de O.Z. Achterburgwal en de Zeedijk benoorden de Molensteeg. In 1493 gaf het kapittel in Den Haag in afwijking van voornoemde voorwaarden toestemming voor een convent van dertig zusters, alsmede voor de bouw van een eigen kerk. Het stadsbestuur verbood toen in een keur van 1498 timmerlieden en metselaars om voor het klooster werkzaamheden te verrichten. Desondanks werd er voor de cellezuster een kapel gerealiseerd en bedroeg in 1582 het aantal zusters tweeëntwintig, een aantal dat overigens schril afstak bij die in andere cellekloosters in het huidige Nederland, die toen door slechts een handjevol broeders of zusters bevolkt werden. Van alle vrouwenkloosters in Amsterdam was het cellezustersklooster het minst welgesteld. Naast het verzorgen van zieken deden de zusters onder meer tegen betaling de was voor passagierende zeelui. Ook verhuurden zij huizen aan de Molensteeg, die overigens niet allemaal in hun bezit waren. Dat het klooster na de Alteratie van Amsterdam in 1578 niet meteen opgeheven werd, is toe te schrijven aan het nut dat de zusters met hun werk aan de stad bewezen. Wel werd het religieuze karakter teruggedrongen en werden delen van het klooster verkocht. In 1616 werd van wat er van het complex nog over was ook verkocht. De activiteiten van de zusters werden toen naar het nieuwe St. Pietersgasthuis verplaatst. Of de zusters meeverhuisden, is niet duidelijk. De kapel bleef tot 1656 bestaan

Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 18; S.M.C . Leupen, ‘De kloosters van de cellebroeders en -zusters in het graafschap Holland en Zeeland tot aan de Reformatie’ in “Historisch Tijdschrift Holland”, 30 (1998), p. 72/76/87; J.D. de Jonge, “Wonen en Werken: De koopmanswoning: ontwikkeling en vervolg” (Technische Universiteit Eindhoven 2010), p. 76; Th. Bakker, “Middeleeuwse kloosters, begijnhof en gasthuizen in Amsterdam” op website Theo Bakker’s Domein,http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (16-11-2016), p. 37/38
ENK Monasticon nummer:
ME-Z003-002
VU Kloosterlijst nummer:
A41