Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Cisterciënzerinnen

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Cisterciënzerinnen
Orde of congregatie:
Cisterciënzerinnen
Alternatieve namen:
Orde der Cisterciënzer; Cisterciënzers, Bernadijnen, Cisterciënzerinnen; Bernadinnen
Latijnse naam:
Sacer Ordo Cisterciensium
Afkorting:
SOC; SOCist; Ocist
Stichter, stichteres:
Robert van Molesme
Stichtingsjaar:
1098
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Saint-Nicolas-lès-Citeauxx
Vestiging Nederland:
Sinds de Middeleeuwen; herintroductie in 190
Doelstelling:
Contemplatie; pastoraat
Geschiedenis:
Verburgerlijking en verslapping van de discipline ontvluchtend, die vooral toesloeg in de bij de orde van Cluny aangesloten kloosters, verliet in 1098 abt Robertus met een twintigtal monniken de abdij van Molesme om zich in een onherbergzame plaats bij Dijon te vestigen. In deze plaats, die Cîteaux of in het Latijn Cistercium heette en waarvan de naam cisterciënzers afgeleid is, beoogde Robertus in eenzaamheid, armoede, ascese en door met eigen arbeid in het levensonderhoud te voorzien in alle gestrengheid de regel van Benedictus te volgen. Al in 1099 werd hij opgevolgd door Albericus, die een kilometer verder naar het noorden tot definitieve vestiging van de kloostergemeenschap besloot. Vanuit deze gemeenschap ontstond een orde met een eigen regel en bestuur, die in 1170 met de Carta Caritatis haar eerste statuten kreeg. In 1125 werd in Tart, 10 km. ten noorden van Cîteaux, het eerste klooster van cisterciënzerinnen gesticht. Aangezien dit inbreuk zou maken op het grondbeginsel van de orde, dat van alle zielzorg buiten het eigen klooster moest worden afgezien, stonden de cisterciënzers aanvankelijk afwijzend tegen het in hun orde opnemen van vrouwenkloosters. Uiteindelijk kon dit toch niet worden tegengehouden. In de eerste jaren van de 13e eeuw stonden de cisterciënzerinnen onder het gezag van het Generaal Kapittel en waren ze gehouden aan het volgen van de statuten en aan een strenge clausuur. Hun geestelijke verzorging namen de cisterciënzers op zich, die veelal ook materiële hulp verleenden. Binnen de kloostermuren leidden de cisterciënzerinnen een eenvoudig, stil en bescheiden leven, dat in het teken stond van een grote armoedebeleving en een bijzondere overgave aan hun geestelijk ideaal. De viering van de liturgie, de geestelijke lezing, het persoonlijk gebed en de handenarbeid vormden het hoofdbestanddeel van hun spiritualiteit. Op het huidig Nederlands grondgebied bevonden zich in de Middeleeuwen 21 vrouwenkloosters die tot de cisterciënzerorde behoorden
Gebruikte bronnen:
W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p.134-138; M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989), p.4; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p.132; Zr. Lisbet Abdij Nazareth, met medewerking van Zr. Judit De Grijs en Zr. Jozefa Van Doren, ‘Negen eeuwen cisterciënzers’ in “Het Teken”, 69e jaargang, nr. 10, Mei 1997, zie ook website Thomas Godsdienstonderwijs, https://www.kuleuven.be/thomas/page/tijdschriften/viewarticle/100828/ (18-03-2023); G. Vermeer, “Kloosters van baksteen. De architectuur van de hervormingsorden in Nederland tot omstreeks 1300” (Almere 1999), zie ook https://pure.uva.nl/ws/files/2829761/34539_UBA003000253_007.pdf (18-03-2023); R. Wols, ‘Cisterciënzers OCIST’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/cistercienzers-ocist (18-03-2023); J. Leclecq osb, De spiritualiteit van de cisterciënzers op website Thomas Merton; http://thomasmerton.nl/cistercienzerstrappisten/spiritualiteit/de-spiritualiteit-van-de-cistercienzers/ (18-03-2023); H. de Jong, ‘Cisterciënzers beïnvloedden zelfs Den Haag’ in “Katholiek Nieuwsblad” van 13-01-2017, p.20
ENK Monasticon nummer:
Z202
Gevestigd in: