Zoeken in collecties

Het klooster Smalle Ee, dat ook klooster Smelne werd genoemd, bestond blijkens een vermelding op de Friese kloosterlijst al in 1326. De heuvel, waarop dit klooster stond, is net buiten Smalle Ee nog altijd duidelijk te zien. Het klooster bezat het uithof Vlierbos en het voorwerk bij Siegerswoude (Opsterland). Ten onrechte werd gedacht dat Smelne een Augustijner klooster was, dat later naar de Benedictijner orde overging. Vast is evenwel komen te staan dat Smelne van het begin af aan een Benedictijner klooster is geweest. Tot 1547 was het een dubbelklooster. Daarna werd het een vrouwenklooster. De monniken vertrokken naar de uithof Vlierbos. Het klooster werd in 1580, na door plundering geheel gesloopt te zijn, opgeheven. Op de plek van het klooster zijn ook resten gevonden van een tweetal kerkgebouwen. De oudste versie betrof een kerkje van hout uit de 10e eeuw. De latere kerk was van steen. De op dat moment bestaande kerk werd waarschijnlijk ook gebruikt tijdens het bestaan van het klooster. Het klooster, dat over een eigen jaarmarkt beschikte, maakte destijds van Smalle Ee een belangrijke plaats, waar veel kennis en bestuurservaring geconcentreerd was