Zoeken in collecties

In 1002 doet de Duitse keizer Otto III (982-1002) afstand van een niet onaanzienlijk goederencomplex, dat in het Kromme Rijngebied in het toenmalige gewest Nedersticht gelegen was. Van deze bezittingen, waarvan de hof van Odijk deel uitmaakte, deed de keizer afstand, deze keer niet ten gunste van de bisschop van Utrecht, maar ten gunste van de aartsbisschop van Keulen. In 1019 werden deze bezittingen door laatstgenoemde geschonken aan de door hem gestichte benedictijnenabdij te Deutz, dat toen nog een zelfstandige, aan de Rijn tegenover Keulen gelegen stad was. In 1256 werden onderhavige bezittingen door voornoemde abdij aan de graaf van Gelre verkocht. Odijk, tot 1964 nog een zelfstandige gemeente, valt thans onder de tegenwoordige gemeente Bunnik