Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Groningen

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Groningen
Datering:
1432 - 1578
Orde of congregatie:
Broeders van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Mattheüshuis
Patroonheilige:
Mattheüs en later Hieronymus
Plaatsnaam:
Groningen
Provincie:
Groningen
Parochie:
Groningen-Martinus
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1432
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In opdracht van Dirk van Herxen, rector van 1410 tot 1457 van het Gregoriushuis te Zwolle, werd tussen 1432 en 1436 in Groningen een gemeenschap van broeders des gemenen levens opgericht. Uit toen gemaakte aantekeningen blijkt dat de pastoor en het stadsbestuur konden bewerkstelligen dat deze gemeenschap uit niet meer dan één priester en zes klerken zou bestaan, uitbreiding van de bestaande huisvesting niet zou worden toegestaan en als iemand uit de stad intrad, hij binnen een jaar zijn onroerend goed zou moeten verkopen. In 1439 droegen de tertiarissen van het Olde Convent in Groningen een huis en erf aan het St-Walburgkerkhof ten behoeve van voornoemde gemeenschap over aan Willem Wigboldsz., die er toen rector was. Het aanvankelijk aan St.-Mattheüs en later aan St.-Hieronymus toegewijd huis, dat de naam Mattheüshuis kreeg, had in de Sint-Jansstraat een convict. Hier genoten aanvankelijk uitsluitend onvermogende scholieren, die toen klerken genoemd werden, kost en inwoning. Vandaar dat het convict Arme-klerkenhuis genoemd werd. In het begin bezochten deze scholieren de St. Maartensschool in de stad. Later, na de uitbreiding, waarvoor het stadsbestuur in 1511 aan de broeders een gedeelte van de stadswal bij de oosteinde van de St.-Jansstraat schonk, ging het Arme-Klerkenhuis zelf ook als school fungeren. Omstreeks 1565 ging het bergafwaarts met het Mattheüshuis en daarmee ook met het Arme-klerkenhuis. De broeders werden toen, met name voor wat het bestuur van het Arme-klerkenhuis betreft, onder toezicht geplaatst. In 1569 ruilde Johan Knijff, die in 1563 als bisschop van het in 1561 nieuw ingestelde bisdom Groningen benoemd werd, met de broeders hun huis aan het St.-Walburgkerkhof tegen het Wittewierummerhuis. Dit op de hoek van de Popkenstraat en de Schoolstraat in Groningen gelegen huis was het voormalig refugium van het norbertijner klooster Bloemhof. In 1578 ten slotte werden de goederen van het Mattheüshuis aan het stadsbestuur overgedragen
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 76; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 120-129; K. van Berkel,” Universiteit van het Noorden: vier eeuwen academisch leven in Groningen. Deel 1 De oude universiteit, 1614-1876” (Hilversum 2014), p. 30
ENK Monasticon nummer:
ME-P004-008
VU Kloosterlijst nummer:
G42