Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Hoorn

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Hoorn
Datering:
1385 - 1429
Orde of congregatie:
Broeders van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Priestergemeenschap
Plaatsnaam:
Hoorn
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Hoorn
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1385
Opheffing/laatste vermelding:
1429
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Het priesterhuis in Hoorn kwam in 1385 tot stand. Wie tot de stichting daarvan het initiatief heeft genomen is niet bekend. Mogelijk waren het dezelfde personen, die ook bij de stichting van het Hoornse Sint-Agnesconvent betrokken waren. Een aanwijzing hiervoor wordt gevonden in zowel een akte uit 1399 als een akte uit 1400, waaruit blijkt dat beide voornoemde gemeenschappen dezelfde bestuurders hadden. In het jaar 1385 schonken twee leken een huis in de Gouw -het gebied rondom de huidige Hoornse straat Gouw- een huis en een erf aan vier priesters en een leek, die allen aanhangers van de Moderne Devotie van het eerste uur waren. Het bestuurscollege van het aldus tot stand gekomen priesterhuis werd eveneens gevormd door voornoemde vijf personen, waarvan er twee in onderhavig huis gingen wonen samen met één van de schenkers. Zowel door overlijden van bewoners als door het aannemen van nieuwe priesters veranderde steeds de samenstelling van de bewoners van dit huis. Door schenking en door koop breidde het bezit, dat onder beheer van voormeld bestuurscollege viel, zich steeds verder uit en omvatte in 1410 zelfs zeven huizen en erven binnen Hoorn. Ondanks dat de priestergemeenschap al niet meer bestond, bleef het bestuurscollege voortbestaan tot 1429 toen het complex werd overgedragen aan het Sint-Ceciliaconvent, dat inmiddels in een belendend huis gesticht was. Nergens is er sprake van dat de bewoners van het Hoornse priesterhuis in gemeenschap van bezit leefden. Dit huis is dan ook niet als een gemeenschap van broeders des gemenen levens aan te merken. Wel werd een bestuurscollege in het leven geroepen, dat de gemeenschappelijke eigendom en beschikking had over een aantal huizen, waarin een aantal mannen -voornamelijk priesters- als devote gemeenschap leefde. De stap naar een gemeenschappelijk leven met gemeenschappelijk bezit en een gemeenschappelijke leefregel, zoals die van de broeders des gemenen levens van het Heer-Florenshuis in Deventer, werd echter nooit gezet
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 100/205; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk. De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 173-183; C. Schrickx, Proefschrift “Bethlehem in de Bangert: Een historische en archeologische studie naar de ontwikkeling van een vrouwenklooster onder de orde van het Heilig Kruis in het buitengebied van Hoorn, 1475-1572 (Universiteit Leiden), zie ook: https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/33034 (24-05-2018), p.51; C. Schrickx, ‘Bidden en werken in de stilte van de Bangert: Het plaattelandsklooster Bethlehem onder de kruisbroeders’ in “Oud Hoorn”, 37 (2015), nr. 3, p. 113; H. van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht: Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 107
Opmerkingen:
Aangezien de bewoners van deze met de broeders des gemenen levens verwante gemeenschap niet in gemeenschap van bezit leefden, is deze gemeenschap niets als een gemeenschap van broeders des gemenen levens aan te merken
ENK Monasticon nummer:
ME-P004-013
VU Kloosterlijst nummer:
H81