Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch
Datering:
1467 - 1629
Orde of congregatie:
Kruisheren
Naam van het klooster:
Catharina
Patroonheilige:
Sint Catharina
Plaatsnaam:
's-Hertogenbosch
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
's-Hertogenbosch
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1467
Opheffing/laatste vermelding:
1629
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
De Bogarden, hadden in ’s-Hertogenbosch in de Verwersstraat een klooster. De meerderheid van hen wilde een strenger leven leiden en vroegen aan de bisschop om opgenomen te mogen worden in de Orde van het Heilig Kruis. De prior generaal van deze orde stemde in met dit verzoek, dat de bisschop aan hem doorgespeeld had. Daarop traden in 1467 acht bogarden tot de orde toe. Spoedig leefden er tien kruisheren en -broeders en acht bogarden onder één dak. Er ontstond een geschil over het eigendom van de gebouwen. In 1469 besliste paus Paulus II dat de kruisheren deze moesten verlaten en dat de bogarden gerechtigd waren om er te blijven wonen. Daarop namen de kruisheren hun intrek in een vervallen pand in De Mortel, waar zij op toestemming van Karel de Stoute wachtten om binnen de stad op een aan hen geschonken terrein bij de Sint Jorisstraat een eigen klooster te mogen oprichten. De toestemming kwam en op 15 juli 1470 werd het nieuwe klooster, dat aan de H. Catharina toegewijd werd, betrokken. Toen het klooster omstreeks 1530 zijn hoogste bloei kende, werd een nieuwe kloosterkerk gebouwd. Deze kerk werd in 1569 bij de verdeling van ’s-Hertogenbosch van één in vier parochies tot parochiekerk verheven, waardoor het vergroot moest worden, hetgeen in 1601 het geval was. De kerk werd bezocht door bedevaarders die er niet alleen het Wonderkruis, maar ook een doorn uit de lijdenskroon van Christus en een relikwie van Sint-Hubertus vereerden. In 1572 namen de kruisheren in ‘s-Hertogenbosch in hun convent de naar ‘s-Hertogenbosch gevluchte kruisheren van Woudrichem op, waarvan de bezittingen twee jaar later aan het Bossche convent overgedragen werd. Toen Frederik Hendrik in 1629 ’s-Hertogenbosch veroverde, werd de katholieke eredienst verboden en werden de kruisheren uit de stad verbannen. Ze namen daarop de wijk naar Schijndel, waar ze in 1636 opnieuw door de Staatse troepen verjaagd werden. Ze verhuisden toen naar Uden, waar ze hun kloosterleven voortzetten
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum deel II, p. 92; R. Janssen, “Oord van helder licht: 800 jaar Orde van het Heilig Kruis 1210-2010” (St. Agatha 2010), p. 122-124; R. Janssen: ‘De orde van het heilig kruis in de vijftiende eeuw, deel 2 : De kloosters die na 1410 en voor 1473 werden gesticht’ in “Clairlieu, tijdschrift gewijd aan de geschiedenis der kruisheren”, 28 en 29 (1970-1971), p. 162
Gebruikte websites:
Website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/straten/kruisbroedershof.htm (19-03-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-P017-007
VU Kloosterlijst nummer:
H74