Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Dordrecht

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Dordrecht
Datering:
1496 - 1572
Orde of congregatie:
Clarissen
Naam van het klooster:
Jeruzalem
Patroonheilige:
Sint Clara
Plaatsnaam:
Dordrecht
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Dordrecht-Onze Lieve Vrouw
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1496
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Eerst uit 1496 dateert de vroegste vermelding van het clarissenklooster in Dordrecht, dat toen aan de Lange Breestraat lag. Het blijft onduidelijk wanneer dit klooster gesticht werd. Behalve het jaar 1313 wordt ook het jaar 1332 genoemd. Deze jaren dienen echter niet met dit klooster, maar veeleer met de in de middeleeuwen in Dordrecht gevestigde tertiarissenklooster Mariënborn en cellezustersklooster Bethlehem in verband gebracht te worden. De clarissen namen in het eerste decennium van de 16e eeuw hun intrek in een nieuw klooster, dat de naam Sint Clara in Jeruzalem kreeg. Ten behoeve van dit nieuwe klooster werden woningen verbouwd, die op de hoek van de Nieuwstraat en de Augustijnenkamp lagen en die waarschijnlijk met de daarbij behorende percelen uit schenking of bij testament verkregen waren. De clarissen behoorden tot de urbanisten, die het principe huldigden, dat het bezit van roerende en onroerende goederen niet strijdig is met het armoede-ideaal, dat één van de grondbeginselen is van de regel van Sint Clara. Gezien dit principe werden de Dordrechtse clarissen in de volksmond “rijke claren” genoemd. In overeenstemming met voornoemd armoede-ideaal leefden ze echter in soberheid en grote armoede. Dit blijkt in 1547 toen de zusters door de keizer werden aangeslagen voor een heffing van twintig karolusgulden. De invorderaars kregen van het stadsbestuur te verstaan dat de zusters amper in hun eigen onderhoud konden voorzien en zeker niet in staat waren dat bedrag op te brengen. In 1572 werd Dordrecht door de Watergeuzen ingenomen. De clarissen werden toen verdreven uit hun klooster. Ze bleven in Dordrecht wonen en ontvingen tot hun dood van stadswege alimentatie. In het leegstaande kloostercomplex werd in 1579 de Latijnse School gehuisvest. Nadat deze school in 1853 tot gymnasium ongevormd was, vestigde zich er in 1865 de hogere burgerschool. Het complex werd in 1910 voor een deel afgebroken. In het midden van de 19e eeuw volgde de sloop van het andere deel
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 62 (zie ook: cellezusters); Monasticon Batavum, Supplement, p. 45; J. van Herwaarden, D. de Boer, F. van Kan en G. Verhoeven, “Geschiedenis van Dordrecht tot 1572” (Hilversum 1996”), p. 324/346/347; Willem Frijhoff, Hubert Nusteling, Marijke Spies (red.), “Geschiedenis van Dordrecht van 1572 tot 1813” (Hilversum 1998), p. 60/271; M.C. Dorst, “Van nonnen naar kanonnen, Nieuwstraat 60-62, Augustijnenkamp Gemeente Dordrecht” (gemeente Dordrecht 2014), zie ook: https://www.archeologiedordrecht.nl/wijkensites.dordrecht/up/ZyavhbgJkX_2013_Nieuwstraat_60-62_1305_Dordrecht_Ondergronds_45.pdf (20-01-2018), p. 9-12/13/14/16
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook wel Rijke claren genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z019-006
VU Kloosterlijst nummer:
D46