Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Alkmaar

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Alkmaar
Datering:
1415 - 1572
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Jonge Hof
Patroonheilige:
Maria in Nazareth
Plaatsnaam:
Alkmaar
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Alkmaar
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1415
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
In de Hoogstraat, de huidige Doelenstraat, stond het Alkmaarse tertiarissenklooster Het Jonge Hof. De precieze stichtingsdatum is niet bekend, maar gezien zijn naam moet dit dateren van na 1394, het jaar waarin het Oude Hof gesticht werd. In een charter van 1414 verklaarden Claes van Adrichem en Pieter Janszoon, schepenen in Alkmaar, dat Wisse Gherytszoon een huis met erf aan de Hoogstraat verkocht had aan Lizebet Michielsdochter, die als stichteres van voornoemd klooster aan te merken is. In 1415 komt het Jonge Hof voor het eerst voor als gemeenschap van de derde orde van Sint Franciscus. Het sloot zich aan bij het in 1399 opgerichte Kapittel van Utrecht. Het ging het klooster voor de wind. In de 14e eeuw was er sprake van menige uitbreiding van de kloosterbezittingen in en buiten Alkmaar. Onder de nodige voorwaarden kreeg het convent in 1431 vrijdom van accijnzen, met uitzondering van wachter- en bodegeld. In 1433 blijkt het klooster over een kapel te beschikken, die waarschijnlijk omstreeks 1474 door een grotere kapel vervangen werd. De priester Johan van Schiedam verleende de zusters in 1457 onder meer toestemming om de kapel en het altaar te laten wijden. In 1431 trok het stadsbestuur de vrijstelling van accijnzen in met onder andere de motivatie dat de zusters door het oprichten van brouwerijen, weverijen en andere bedrijven aan de poorters hun nering onttrokken. In 1571 verzette het Jonge Hof zich met andere tertiarissenconventen tegen de beslissing van Paus Pius V om het Kapittel van Utrecht onder de jurisdictie van de minderbroeders te stellen. Toen de stad in 1572 partij koos voor de Opstand vluchtte een deel van de kloosterbevolking. Een aantal zusters vond onderdak in het Agnietenklooster in Rhenen. De zusters, die in Alkmaar achterbleven, ontvingen een toelage vanwege het stadsbestuur. Het kloostercomplex, dat in handen van het stadsbestuur kwam, kreeg verschillende bestemmingen; van wees- en leprooshuis tot school, totdat het in 1881 afgebroken werd
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 17; Monasticon Batavum, Supplement, p. 12; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=004 (12-02-2017) , S. Corbellini, 'Sint Catharina, Maria Nazareth en Sint Salvator. De vroege geschiedenis van de Derde Orde van Sint Franciscus in Alkmaar' in "Oud Alkmaar", 26 (2002), nr 3, p. 23-25; H. de Raad, 'Het Jonge Hof: lotgevallen van een kloostercomplex' in in "Oud Alkmaar", 23 (1999), nr 2, p. 13-17; Littink, ‘Zoektocht naar de oorsprong van de librije van Alkmaar’, zie ook http://cf.hum.uva.nl/bookmaster/librije/nota/elsbeth.htm (06-02-2017)
Gebruikte websites:
Website Reginaal Archief Alkmaar; https://regionaalarchiefalkmaar.wordpress.com/2016/04/18/geheimen-van-onderaards-alkmaar/ (06-02-2017); Website Regiocanons,
http://www.regiocanons.nl/noord-holland/alkmaar/venster-4 (06-02-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-004
VU Kloosterlijst nummer:
A09