Zoeken in collecties

Het Catharinaconvent in Almelo, dat het Marktplein, de havenkom en het begin van de Bakenstraat besloeg, werd in 1407 door pastoor Hilbing in zijn pastorie gesticht. Dit convent, dat onder zijn bewoonsters veel adellijke juffers telde, ging pas in 1436 over naar de derde regel van Sint Franciscus. In 1471 werd de toen nieuwe kapel van dit klooster door Goswinus Haex, wijbisschop van Utrecht, geconsacreerd. Na de Reformatie werd het klooster, anders dan de meeste kloosters in Overijssel, niet geseculariseerd, hetgeen aan de toen coulante houding van de graven Van Rechteren te danken was. In 1664 verbood echter Zeger van Rechteren, de toenmalige heer van Almelo, het uitoefenen van de katholieke godsdienst. De zusters van het Catharinaconvent, 28 in getal, verlieten toen Almelo om zich in 1667 300 meter over de grens met Duitsland iets ten zuidwesten van het Twentse dorp Glane te vestigen in een klooster, dat zij de toepasselijke naam Maria Vlucht gaven. De kloostergebouwen in Almelo werden afgebroken