Zoeken in collecties

Omstreeks 1380 werd in Amersfoort het Sint-Agnesconvent gesticht, dat, rekening houdend met latere uitbreidingen, het gebied tussen de Herenstraat, de Zuidsingel, de Sint Andriesstraat en de stadsmuur besloeg. De uit 1397 daterende kapel, die aan de Zuidsingel stond, werd toegewijd aan de Heilige Maagd, de apostel en evangelist Mattheus en Sint Agnes. In 1487 werd deze kapel door een nieuwe vervangen. In 1399 namen de zusters van voornoemd convent, waarvan ook Sint Agnes de patroonheilige was, de derde regel van Sint Franciscus aan. In datzelfde jaar of een jaar later werd tot besluiting van het convent overgegaan en verleende Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, bij die gelegenheid kerkelijke vrijheid aan de goederen van onderhavige gemeenschap. Het Sint-Agnesconvent sloot zich aan bij het Kapittel van Utrecht, waarin de derde-orde–conventen zich verenigden en dat tot het grootste laatmiddeleeuwse kloosterverband op (Noord)Nederlands grondgebied uitgroeide. Bij resolutie van het stadsregering van 16 november 1529 werd vastgesteld dat het aantal zusters niet hoger kon zijn dan 50. Of het Sint-Agnesconvent van de beeldenstorm, die Amersfoort in 1580 trof, veel te lijden heeft gehad, is niet bekend. In 1595 werd het convent opgeheven. De overgebleven zusters werden van stadswege gealimenteerd. Op 1603 deed de onderschout een inval in het klooster. De kloostergebouwen werden met de grond gelijk gemaakt. Dit met uitzondering van de kapel, die tot de sloop in 1860 onder meer als Latijnse School, kazerne en als logement De Doelen dienst heeft gedaan