Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Amsterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1397 - 1585
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Clara
Patroonheilige:
Sint Clara
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Nicolaas
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1397
Opheffing/laatste vermelding:
1585
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het Sint-Claraklooster in Amsterdam lag tussen de Nes, Oudezijds Voorburgwal en de Langebrugsteeg. Al in 1397 moesten de zusters van dit klooster een gemeenschap gevormd hebben. In dat jaar zouden zich van deze gemeenschap de zusters van het latere Sint-Agnesklooster afgescheiden hebben. Het erf, waarop de zusters van het Sint Claraconvent hun klooster realiseerden, kregen ze van de regularissen van het Oude Nonneklooster. Later moesten ze dit erf echter delen met de zusters van het Sint-Barbaraconvent, die het noordelijke gedeelte ervan in gebruik namen. De zusters van het Sint-Claraconvent namen in 1414 de regel van de derde orde van Sint Franciscus aan. Sindsdien waren ze hoogstwaarschijnlijk aangesloten bij of onder invloed van het Kapittel van Utrecht, terwijl toen ook de clausuur al ingevoerd was. In eveneens 1414 verkreeg het convent van het kapittel van Sint Marie op het Hof in Den Haag verschillende privileges betreffende de organisatie van liturgische activiteiten. Het maximum aantal zusters werd toen op 80 gesteld. Toen in dat jaar ook de verhouding werd vastgelegd van de pastoor van de Sint-Nicolaaskerk in Amsterdam met de zusters van het Sint-Claraconvent, gold hiervoor evenwel als voorwaarde, dat het aantal leden van de gemeenschap de 60 niet zou overstijgen. Na de Alteratie in 1578 bleven de zusters op het terrein wonen. In 1585 werd de gemeenschap opgeheven en ontvingen de overgebleven zusters van stadswege alimentatie. Al in 1584 had de Vroedschap van de stad Amsterdam besloten het Sint-Claraconvent te verkopen. Nog in datzelfde jaar werden de gebouwen en de erven van het convent geveild. De bij het convent behorende kerk kwam in 1588 onder de hamer
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 29; Monasticon Batavum, Supplement, p. 20; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=017 (12-02-2017); T. Bakker: “Middeleeuwse kloosters, begijnenhof en gasthuizen in Amsterdam”, website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (11-02-2017), p. 12/13; B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (12-02-2017), p. 148-150; M. Schilder, ‘Het Agnietenklooster en andere Amsterdamse kloosters in de Middeleeuwen’ in “Amstelodamum”, 84 (1997), nr 1, p. 15
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-010
VU Kloosterlijst nummer:
A27