Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Amsterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1414 - 1578
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Lucia
Patroonheilige:
Sint Lucia
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Onze Lieve Vrouw
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1414
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het tertiarissenklooster Sint-Lucia te Amsterdam, ook wel Sint-Luciënconvent genoemd, werd voor het eerst genoemd in een schenkingsakte uit 1414. Dit klooster ontstond tussen de Nieuwezijds Voorburgwal en de toen nog niet gedempte Begijnensloot, vlak naast het Begijnhof. Van daaruit breidde het zich naar het noorden uit, totdat het convent het gehele noordelijk deel van het eiland in bezit had. In voornoemde akte schonk Coptgin Ysebrantsz. aan Brechten Jan van Dyemensdr. een erf, dat naast het Begijnhof lag. Dit onder meer op voorwaarde dat Brechten en haar medezusters in een “gheesteliken staet” moesten leven. In 1415 ontvingen zij een tweede schenking. Dit keer van een zekere Andries Andriesz. Ook toen golden dezelfde voorwaarden als bij de eerste schenking. Begonnen als zusters des gemenen levens ging het convent tussen 1414 en 1416 over naar de derde orde van Sint Franciscus. Tevens sloot het zich aan bij het Kapittel van Utrecht, onder invloed waarvan het mogelijk al vanaf de eerste jaren stond. In 1433 verleende het Kapittel van Sint Marie op den Hof in Den Haag aan het convent een aantal privileges. Zo kregen de zusters het recht zelf een biechtvader te kiezen, op een eigen kerkhof begraven te worden en diensten te laten doen in een eigen kapel, met de bouw waarvan al eerder begonnen was. Tevens werd toen het maximum aantal zusters op 50 gesteld. Bij de bevestiging van de privileges in 1494 werd dit aantal tot 60 gebracht. Ook mocht het convent onderdak bieden aan zes of zeven proveniers. Op 1578 vond de Alteratie plaats, waarbij Amsterdam zich aansloot bij de Opstand. De kloosters werden toen opgeheven. De gebouwen kregen een nieuwe bestemming. Zo werd het Sint-Luciënklooster met al zijn bezittingen overgedragen aan de regenten van het Burgerweeshuis. De overgebleven zusters verhuisden naar zes huisjes in de Sint Luciënsteeg, die tot het bezit van het klooster hadden behoord. Ze ontvingen voor de rest van hun leven van stadswege alimentatie
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 30; Monasticon Batavum, Supplement, p. 20; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=020 (15-02-2017) ; T. Bakker: “Middeleeuwse kloosters, begijnenhof en gasthuizen in Amsterdam”, website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (11-02-2017), p. 25-27; B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (12-02-2017), p. 177/178/180; S. van 't Hof, ‘Het St.-Luciënklooster’, Webstie Hart van Amsterdan van Amsterdam Heritage Museums, https://hart.amsterdam/nl/page/47287/het-sint-lucienklooster (14-02-2017)
Gebruikte websites:
Website Gemeente Amsterdam, https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/beschrijvingen/burgerweeshuis/ (14-02-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-011
VU Kloosterlijst nummer:
A34