Zoeken in collecties

De kloostergebouwen van het Sint-Claraconvent in Haarlem lagen aan de huidige Barrevoetestraat. Deze gemeenschap werd in 1454 voor het eerst vermeld als convent van de derde orde van Sint Franciscus. Het convent was niet aangesloten bij het Kapittel van Utrecht. Blijkens een akte uit 1461 stonden de zusters onder supervisie en visitatie van de minderbroeders. Naast Sint-Claraconvent werd de gemeenschap ook zowel Zusters van Akersloot als Barvoetenzusters genoemd. De benaming Zusters van Akersloot komt voort uit de ook in de literatuur weleens geopperde mogelijkheid dat de zusters van het Sint-Claraconvent oorspronkelijk tertiarissen van Maria Magdalena te Akersloot waren. Met de naam Barvoetenzusters worden zusters bedoeld, die net zoals de zusters van het Sint-Claraconvent, onder gezag stonden van de minderbroeders, die ook wel barrevoeters of barvoeters genoemd werden. In 1461 droegen de Heilige Geestmeesters in Schiedam het in het sterfhuis van Lidwina van Schiedam in de Bogaertstraat in die stad gestichte gasthuis voor armen over aan de zusters van het Sint-Claraconvent. Evenals dat ten aanzien van ook de andere kloosters in Haarlem het geval was, werden in 1581 de goederen van het Sint-Claraconvent door de Staten van Holland geconfisqueerd. Het convent werd opgeheven, terwijl de overgebleven zusters vanaf toen van stadswege alimentatie ontvingen