Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Kampen

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Kampen
Datering:
1339 - 1581
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Op den Oord
Patroonheilige:
Sint Michael
Plaatsnaam:
Kampen
Provincie:
Overijssel
Parochie:
Kampen
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1339
Opheffing/laatste vermelding:
1581
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het Sint Michielsconvent in Kampen, ook wel het klooster Op den Oord genoemd, stond in Brunnepe buiten de stadsmuren. Het vond zijn oorsprong in een gemeenschap van vrouwen, die zich daar gevestigd hadden om er een gemeenschappelijk leven te leiden. Deze gemeenschap, die al in 1339 genoemd werd, trad vóór 1423 toe tot de derde orde van Sint Franciscus. In 1424 was het convent verwikkeld in een conflict met het ook in Kampen gelegen Agnesconvent, dat zo hoog opliep dat het stadsbestuur besloot in te grijpen. Zo moest het aantal zusters, dat het Sint Michielsconvent mocht opnemen op 28 worden teruggebracht. Ook moesten de economische activiteiten worden ingeperkt. Voorts werd het het convent verboden een eigen kapel te hebben. De zusters waren dan ook voor kerkbezoek op de parochiekerk aangewezen en vormde daarmee eveneens een opzettelijk obstakel op de weg naar verzelfstandiging van het convent. Toen de bisschop aan de convent de kerkelijke vrijheid verleende, had het stadsbestuur daaraan geen boodschap. In 1445 vaardigde het stadsbestuur een nieuwe ordonnantie uit. Opnieuw werd het aantal linnengetouwen ingeperkt, mochten de zusters geen andere orde aannemen en mochten ze zich zonder toestemming van de Raad niet laten besluiten. Het maximum aantal zuster werd toen op 60 vastgesteld. Wel mocht het convent een eigen kerk met kerkhof hebben, maar de liturgische activiteiten moesten, enkel uitzonderingen daargelaten, achter gesloten deuren plaatsvinden. In 1571 verzette het convent zich met andere tertiarissenconventen tegen de beslissing van Paus Pius V om het Kapittel van Utrecht, waarvan het al in 1424 deel uitmaakte, onder de jurisdictie van de minderbroeders te stellen. Toen het klooster in 1581 door de stad geseculariseerd werd, besloot het stadsbestuur alle religieuze gebouwen die zich buiten de stad bevonden te laten afbreken. Dit besluit werd, voor wat de gebouwen van het Sint Michielsconvent betreft, echter pas ergens tussen 1589 en 1596 ten uitvoer gebracht
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 124/125; Monasticon Batavum, Supplement, p. 94; Monasticon Batavum, Deel II, p.106; H. van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht. Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 154/173/174/238/273/291/315 voetnoot 55, 328; Monaticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=105 (04-04-2017); K. Goudriaan: ‘De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht: Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 1” (Hilversum 1998), p. 243; G. van Herwijnen, C. van de Kieft, J.C. Visser en J.G. Wegner, “Historische stedenatlas van Nederland: aflevering 4 Kampen” (Delft 1986), p. 19/35
Gebruikte websites:
Website Stichting Thomas a Kempis 1988, https://thomasakempiszwolle.nl/cms/index.php/activiteiten/2015-activiteiten/254-2015-06-bk.html (04-04-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-078
VU Kloosterlijst nummer:
K04