Zoeken in collecties

Het convent van Onze Vrouwe in Bethlehem in Leiden werd later ook Onzer Vrouwenhuis van Abcoude genoemd, aangezien de stichting van dit convent aan een zekere Maria van Abcoude toegeschreven werd. Het convent, dat voor het eerst in 1449 vermeld werd, lag dichtbij de Haarlemmerstraat met de kloostertuinen tegen de stadsvest en de ingang aan de Jan Vossensteeg. Oorspronkelijk stond op deze plek een huis dat toebehoorde aan Dirc Willemsz. van Poelgeest. In dat huis, dat voor het eerst in 1429 vermeld werd, woonden de regularissen van Sint Hiëronymus totdat ze in 1444 hun klooster aan het Rapenburg betrokken. Gelet op het voorgaande moet het Sint Mariaconvent dan tussen 1444 en 1449 gesticht zijn. Het meest waarschijnlijk in 1447. Het convent behoorde tot de derde orde van Sint Franciscus en maakte deel uit van het Kapittel van Utrecht. In 1448 kreeg het convent van het kapittel van St. Pancras, naast andere rechten, het recht op een eigen kapel. Na de Reformatie kwam in 1577 het kloostercomplex aan de stad Leiden. De eerste tijd mochten de zusters in de huisjes ten westen van de Jan Vossensteeg blijven wonen, totdat in 1589 het kloosterterrein als bouwgrond verkocht werd