Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Schiedam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Schiedam
Datering:
1461 - 1572
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Leliëndaal
Patroonheilige:
Sint Liduina?
Plaatsnaam:
Schiedam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Schiedam
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1461
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het tertiarissenconvent Leliëndaal in Schiedam lag in de huidige Lange Achterweg op de plaats waar het woon- tevens sterfhuis van Liduina van Schiedam stond. Na haar dood in 1433 werd in dit huis door een zekere Willem Sonderdanck een gasthuis voor armen gesticht. In 1461 droegen de Heilige Geestmeesters in Schiedam dit huis over aan het Sint Claraconvent in Haarlem, waarvan zusters toen het huis betrokken. Het convent in Haarlem is dan ook als moederklooster van het Schiedams convent te beschouwen. Aan voornoemde overdracht was evenwel een aantal voorwaarden verbonden, waaronder de verplichting dat de armen in het convent mochten blijven wonen zolang de zusters niet voor een ander huis voor hen hadden gezorgd. Ook namen de zusters de verplichting op zich om naar oud gebruik jaarlijks witbrood aan de armen uit te delen. Eveneens in 1461 werd in een met de pastoor van Schiedam gesloten overeenkomst vastgelegd dat het convent, evenals het Sint Claraconvent in Haarlem, onder toezicht van de observante minderbroeders kwam te staan. Aansluiting bij het Utrechts Kapittel was dan ook niet aan de orde. Ook kregen de zusters het voorrecht een eigen biechtvader van binnen of van buiten de parochie te kiezen. Bovendien mochten de zusters op een eigen kerkhof begraven worden en mochten er in de conventskapel met gesloten deuren diensten gehouden worden, die op hoogtijdagen gezongen werden en dan voor eenieder toegankelijk waren. Voorts kregen de minderbroeders toestemming in de parochiekerk of conventskapel te preken. Het voorgaande werd in 1462 door de bisschop van Utrecht bevestigd. Toen de stad Schiedam in 1572 voor de Opstand koos, werd het convent opgeheven. De goederen werden door de Staten geconfisqueerd. De overgebleven zusters ontvingen toen alimentatie. Het kloostercomplex werd ingericht voor de huisvesting van wezen, hetgeen in 1605 met de opbrengsten van een loterij voor goede doelen bekostigd werd. In 1779-1782 werd dit eerste weeshuis door nieuwbouw vervangen
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 173/174; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=136 (17-04-2017); K. Goudriaan: ‘De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht: Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 1” (Hilversum 1998), p. 244; Ch.Schrickx, Proefschrift “Bethlehem in de Bangert: Een historische en archeologische studie naar de ontwikkeling van een vrouwenklooster onder de orde van het Heilig Kruis in het buitengebied van Hoorn 1475-1592” (Universiteit Leiden 2015), p. 71, Vereniging Hendrick de Keyser, ‘Schiedam, Lange Achterweg 36-82, vml. ‘Weeshuis der Hervormden’ in “Jaarverslag 2009”, zie ook https://www.hendrickdekeyser.nl/upload/smfiles/Jaarverslag_HdK_2009.pdf (17-04-2017), p.16
Gebruikte websites:
Website Nationaal Archief, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/3.18.24 (17-04-2017); Website Meertens Instituut, http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/666 (17-04-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-111
VU Kloosterlijst nummer:
S08