Zoeken in collecties

De eerste vermelding van Steerwolde, een buurtschap en een voormalig kerspel in de gemeente Ten Boer in de provincie Groningen, dateert van omstreeks het jaar 1000. Het was toen in bezit van de Duitse benedictijner abdij Werden te Essen. Later kwam het gebied, dat grensde aan de bezittingen die het benedictijner dubbelklooster Germania te Thesinge hier had, in handen van het tertiarissenklooster het Olde Convent in Groningen, dat vanuit een uithof, die Eminge eed of Geestelijke Maagdeneed genoemd werd, hier de gronden zelf bewerkte en beheerde. Het patronaatsrecht van de parochiekerk, waar het buurtschap aanvankelijk over beschikte, berustte vermoedelijk al in de dertiende eeuw bij het benedictijner klooster Germania in Thesingen. Mede ter vervanging van deze toen al vervallen kerk kreeg het Olde Convent in 1470 van het klooster Germania toestemming om bij voormelde uithof een kapel te bouwen, een begraafplaats aan te leggen en de sacramenten te bedienen. Over de grootte van Steerwolde bestaat enig verwarring. Uit de bewaard gebleven oorkonden is af te leiden dat de oppervlakte 167 gras beliep, terwijl uit de rekeningen van de Rentmeester een oppervlakte blijkt van bijna zeshonderd gras. Bij de Reductie van Groningen in 1594 verviel Steerwolde met de uithof aan de Staten van Stad en Lande