Zoeken in collecties

De karmelieten van Geldern hadden in Zutphen een termijnhuis. Dit huis maakte deel uit van het huis van Willem, heer van Bronckhorst en zijn vrouw Conegont van Meurs op de Nieuwstad bij de Oliepoort in Zutphen, dat ze in 1402 in drie woningen splitsten. Een van deze woningen schonken ze aan de karmelieten van Geldern onder de verplichting zielemissen voor hen te lezen. In 1489 hadden de karmelieten van Utrecht en Zutphen een geschil over de inning van tienden. De termijnbroeders werden zowel in het necrologium van het klooster als in een oorkonde uit 1520 genoemd. In 1533 werd het termijnhuis voor belasting aangeslagen. In 1558 kreeg termijnbroeder Jasper Wyttenhorst van prior Jacob Huisken van Gelre volmacht tot inning van een schuld op een huis in Groenlo. In 1610 droegen de karmelieten hun huis op de Nieuwstad over aan het rentambt Zutphen