Zoeken in collecties

In het buurtschap Strand, ten westen van het dorp Pingjum, werd omstreeks 1266 vanuit abdij Mariëndal te Lidlum het norbertinessenklooster Vinea Domini of Wijngaard des Heren gesticht. Nadat dit klooster in 1287 door storm in de golven verdween, ondernam voornoemde abdij opnieuw een poging om op die plek een klooster te stichten, nu echter een klooster voor norbertijnen. Wegens het overstromingsgevaar kreeg dit klooster in 1509 definitief toestemming van het Hof van Friesland om naar een leegstaand gasthuiscomplex binnen Bolsward te verhuizen, waartoe overigens in 1494 al plannen bestonden. De gronden, die de proosdij bezat en die een oppervlakte van 837 pondemaat (= ruim 300 ha.) beliepen, werden slechts voor een deel door de kloosterlingen zelf bewerkt. Het merendeel van deze gronden werd verpacht. De kerk van Pingjum werd ook na de overplaatsing naar Bolsward door de norbertijnen van onderhavig klooster bediend. In 1561 werd het convent wegens wanbeheer onder abdij Mariëndal gesteld en werd het kloostercomplex ontruimd. Toen in 1580 in Friesland de macht door de calvinisten werd overgenomen, vervielen ook de goederen van vorenbedoelde norbertijnen aan de Staten van Friesland