Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Doetinchem

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Doetinchem
Datering:
1178 - 1580
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Naam van het klooster:
Bethlehem
Patroonheilige:
Sint Laurentius
Plaatsnaam:
Doetinchem
Provincie:
Gelderland
Parochie:
Doetinchem
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1178
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Het klooster Bethlehem lag ten noorden van Gaanderen, waar zich nog altijd een boerderij met de naam “Het Klooster” bevindt. Het werd tussen 1178 en 1182 gesticht door een zekere Franco, doctor in de heilige godgeleerdheid, en is daarmee één van de oudste kloosters van (Oost-)Nederland. Het begon met de bouw van een houten kapel. Circa vijftig jaar later schonk Herman I, graaf van Lohn, de Laurentiuskerk te Varsseveld tezamen met ander goederen aan het klooster. Uit een oorkonde uit 1229 blijkt dat de kloosterlingen reguliere kanunniken waren, die leefden volgens de regel van Sint Augustinus. In 1276 sloot het convent zich uit eigen beweging aan bij de Duitse Orde. Na jarenlange juridische strijd met de bisschop van Utrecht, werd bepaald dat Bethlehem terug diende te keren tot de regel van Sint Augustinus. Het Duitse Huis te Utrecht kreeg toen ter compensatie onder meer de Sint-Maartenskerk van Doesburg toegewezen, waarvan Bethlehem tot dan toe over het patronaat had beschikt. In 1288 sloot het convent zich aan bij de congregatie van Arrouaise, maar vormde later met enkele andere kloosters een eigen kapittel. In 1572 wisselde de stad enkele keren van bezettingsmacht. Het klooster werd toen door de Spaanse troepen geplunderd. Uiteindelijk koos de stad de kant van de Willem van Oranje. Toen de Spanjaarden Doetinchem in 1579 op de Staatsen heroverde, werden de kloostergebouwen totaal verwoest. De kanunniken hadden inmiddels hun toevlucht binnen de muren van de stad Doetinchem gezocht. Daarna vertrokken zij, op enkele na, die in Doetinchem bleven, naar Emmerik. In 1580 viel de stad weer in handen van de Staatsen. Dit betekende het einde van Bethlehem. De stenen van de ruïne, die na de verwoesting van het kloostercomplex restten, werden gebruikt voor verbetering van de verdedigingswerken van de stad, terwijl er later op de fundamenten een woongebouw verrees. Straatnamen in Gaanderen, waaronder de Bethlehemstraat, herinneren thans nog aan het bestaan van het klooster
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 56; J. A. Mol, “Vechten, bidden en verplegen: Opstellen over de ridderorden in de Noordelijke Nederlanden” (Hilversum 2011), p. 27; A.J.C. van Huygevoort, ‘Een notitie over de boeken van het klooster Bethlehem te Doetinchem’ in A.J. Geurts, “Middeleeuwse boeken en teksten uit Oost-Nederland” (Nijmegen/Grave 1984), p. 66/67/68/69; P. Boer en K. van Dam, “Stadsrand Doetinchem: cultuurhistorische analyse en waardering van de buitenrand van het stadscentrum” (Doesburg 2012), p. 22/32; Gemeente Doetinchem, afdeling Bestuur en Strategie, “Gebiedsvisie Bethlehem. Ruimtelijke visie ten behoeve van plattelandsontwikkeling in de driehoek GaanderenBielheimerbeek-A18-Gaanderenseweg” (Doetinchem 2009), p. 12
Gebruikte websites:
Website Mijn Gelderland, http://www.mijngelderland.nl/inhoud/canons/doetinchem/kloosters (14-07-2017); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bethlehem_(Doetinchem) (14-07-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-P041-017
VU Kloosterlijst nummer:
D33