Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Ludingakerke

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Ludingakerke
Datering:
1158 - 1572
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Patroonheilige:
Sint Martinus
Plaatsnaam:
Ludingakerke
Provincie:
Friesland
Parochie:
Ludingakerke. Later: parochie Achlum
Destijds gewest:
Friesland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1158
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In Ludingakerke, dat bij Midlum in Westergo ligt, stond een aan Sint Martinus toegewijde regulierenklooster, dat in 1158 gesticht werd door de familie Ludinga, die aan dit klooster de parochiekerk in Ludingakerke als vrije gift uit eigen bezit schonk. Vermoedelijk werd deze kerk meteen als kloosterkerk in gebruik genomen. Kanunniken van het klooster bleven ten behoeve van de parochie de zielzorg uitoefenen. In 1423 kwam hieraan echter een eind. Het klooster stond onder de jurisdictie van abdij Rolduc in Kerkrade. Dit is geen toeval. Het klooster te Ludingakerke werd gevestigd op goederen van de invloedrijke Friese familie Van Bierum. Tot deze familie behoorde bisschop Hartbert. Diens zoon was in 1136 in abdij Rolduc ingetreden. Op zijn beurt stonden de regulieren van het Haskerconvent en de proosdijen te Anjum en Bergum, alsmede de regularissen van de priorij te Achlum onder het gezag van de abt van Ludingakerke. Hieraan kwam echter een eind toen deze kloosters toetraden tot het Kapittel van Windesheim. Een soortgelijke situatie deed zich ook voor ten aanzien van het patronaatsrecht, dat van tenminste elf in de omgeving gelegen kerken bij Ludingakerke berustte. Van dit recht moest Ludingakerke afstand doen in het kader van de hervorming in 1423 en de daarop volgende overgang naar voornoemd kapittel. Ludingakerke behoorde in 1572, toen de klooster door de Geuzen verwoest werd, tot de tien rijkste kloosters van Friesland wat grondbezit betreft. Het convent had toen maar liefst 2.576 pondematen, hetgeen neerkomt op 946 ha., in beheer. Behalve twee uithoven op Texel, die in 1360 aan graaf Jan van Blois verkocht werden, had Ludingakerke uithoven te Monnikendam, te Weidum en op Vlieland. Na in 1515 door de ‘Arumer Zwarte Hoop’, het rebellenleger van Grutte Pier, in brand gestoken te zijn, raakte de kloostergebouwen onbewoonbaar. Omstreeks 1530 leefden de broeders van Ludingakerke uitsluitend nog in het kloostercomplex van de priorij te Achlum, die in 1439 was opgeheven
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 116/117; J.A. Mol en P.N. Noomen, 'De stichting van de Augustijner koorherenabdij Ludingakerke en haar relatie met Rolduc' in G. Zijlstra e.a. (eds.),”Vroomheid tussen Vlie en Lauwers” (Delft 1996), p. 11/12/13/14/16/17/20/22/26/27; O.D.J. Roemeling, Proefschrift “Heiligen en Heren : studies over het parochiewezen in het Noorden van Nederland vóór 1600” (Universiteit Leiden), zie ook: https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/22940/Roemeling_-_Heiligen_en_Heren.pdf?sequence=1 (18-09-2017), p. 114/116/122/139/140/141/145/190/215/231/335; J.A. Mol, ´Het succes van een late Windesheimse reformatie: Haskerconvent 1464-1521´in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 2” (Hilversum 1999), p. 162/163/168; J.A. Mol, ‘Bemiddelaars van het hiernamaals. Kloosterlingen in middeleeuws Frisia’ in ”Hel en hemel. De middeleeuwen in het Noorden” onder redactie van E. Knol, J. M.M. Hermans en M.. Driebergen (Groningen 2001), p. 152-165; K. van Vliet, “In kringen van Kanunniken. Munsters en kapittels in het bisdom Utrecht 695-1227” (Zutphen 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3408119/24986_UBA002000708_11.pdf (18-09-2017), p. 363/ B.J.P. van Bavel, “Transitie en continuïteit. De bezitsverhoudingen en plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelders Revierengebied, ca. 1300 - ca.1570” (Hilversum 1999), p. 504; J. van Doesburg en J.W. de Kort en J. Stöver, “Van stins tot state. Archeologisch onderzoek op het wettelijk beschermde monument de Pongastate te Marrum (gem. Ferwerderadiel” (Amersfoort 2009), p. 18; J.A. Mol,’Bisschop, graaf, kloosters en boeren. Ofwel, hoe komen we de bezits- en machtsverhoudingen in de 12e en 13e eeuw op het spoor?’ op website Westfries Genootschap, http://www.westfriesgenootschap.nl/geschiedschrijving/symposium/geschiedschrijving_symposium_bisschop.php (18-09-2017); H. Schoorl, 'De uithoven van Ludingakerke op Texel,' in “De Vrije Fries”,  76 (1996), zie ook: http://images.tresoar.nl/wumkes/periodieken/dvf/DVF_1996_76.pdf (18-09-2017), p. 87/88/89/92/96/99/101; K. Blok en J. Nicolay, ‘De geschiedenis van een steilkant en de waarde van booronderzoek op terp¿anken’ in “Graven aan de voet van de Achlumerdorpsterp. Archologische sporen rondom een terpnederzetting” onder redactie van J. Nicolay & G. de Langen (groningen 2015), zie ook: https://www.academia.edu/22381671/De_geschiedenis_van_een_steilkant_en_de_waarde_van_booronderzoek_op_terpflanken_opgraving_Achlum_ (24-06-2017)
Gebruikte websites:
Website Stichting Thomas a Kempis 1988, https://www.thomasakempiszwolle.nl/cms/index.php/activiteiten/447-2016-sept-texte.html (18-09-2017); Website Gemeente Harlingen, https://www.harlingen.nl/inwoners/onderwerpen-a-z_42168/product/over-het-ontstaan-van-harlingen_1183.html (18-09-2017); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Kloosters_in_Friesland (18-09-2017)
Opmerkingen:
Dit huis had ook Jan Rembransz huis en Lopsen als naam
ENK Monasticon nummer:
ME-P041-036
VU Kloosterlijst nummer:
L34