Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Leiden

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Leiden
Datering:
1229 - 1572
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Roma
Patroonheilige:
Sint Hieronymus
Plaatsnaam:
Leiden
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Leiden-Sint Pieter (na 1446)?
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1229
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het regularissenklooster Sint Hieronymus in Roma te Leiden vindt zijn oorsprong in een gemeenschap van devote vrouwen, die al in 1229 samenwoonden in een huis, dat afkomstig was van Dirk Willemsz. van Poelgeest en dat in de Jan Vossensteeg bij de Oude Vest stond. De zusters kregen in 1429 van de deken en het kapittel van Sint Pancras het recht om onder bepaalde voorwaarden een altaar in hun klooster te doen wijden en een eigen biechtvader te kiezen. Tussen de jaren 1440 en 1468 werd door het convent zowel aan als achter het Rapenburg erven aangekocht. In 1444 verhuisde het convent daarnaar toe. Het gebouw aan de Jan Vossensteeg werd toen verkocht aan de tertiarissen van het Sint Catharinaconvent. Het klooster op het Rapenburg, dat in 1450 en 1453 uitgebreid werd door aankoop van nabijgelegen panden achter het Rapenburg, omvatte een omvangrijk complex, dat aan de westzijde van het Rapenburg tussen de Doelensteeg en de Groenhazengracht lag. Nadat het klooster naar het Rapenburg overgebracht was, werd het gewoonlijk Sint Hieronymus, genaamd Roma en Sint Hieronymus in Roma genoemd. In 1448 namen de zusters, die de status van conversinnen hadden, de door de Utrechtse bisschop Rudolf van Diepholt voorgeschreven regel van Sint Augustinus aan. Ook werd toen door de bisschop de kloosterkapel tot oratorium verheven en het klooster tot convent, dat vanaf dan kerkelijke vrijheid genoot. Voorts begunstigde de bisschop de zusters met verscheidene voorrechten, die door zijn opvolger, David van Bourgondië, bevestigd werden. In 1465 werd het convent bij het Kapittel van Sion geïncorporeerd. Het klooster, dat rijk was en in hoog aanzien stond, kreeg vanaf het begin van de 16e eeuw met een forse neergang te maken. In 1572 koos de stad de zijde van prins Willem van Oranje. Dit betekende de opheffing van het convent. In 1575 besloten de Staten van Holland de gebouwen door de magistraat van Leiden te doen verkopen en de opbrengst daarvan voor onderhoud van de universiteit aan te wenden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 111; K. Goudriaan, ‘De observantie der conversinnen van Sint-Augustinus’ in “Monastiek observantisme en Moderne Devotie in de noordelijke Nederlanden” onder redactie H. van Engen en G. Verhoeven (Hilversum 2008), p. 184/185 voetnoot 97/203; C.J. Kortenbach ‘Het klooster Roma’, in “Leids Jaarboekje 1947”, p. 48/53/55/59
Gebruikte websites:
Website Erfgoed Leiden en Omstreken, https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/archieven/archievenoverzicht/ead/xml/eadid/0503 (03-08-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-053
VU Kloosterlijst nummer:
L18