Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Amsterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1462 - 1585
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Bethanië
Patroonheilige:
Maria Magdalena
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Nicolaas
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1462
Opheffing/laatste vermelding:
1585
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het klooster Sint Maria Magdalena in Bethanië te Amsterdam, dat vóór 1462 gesticht werd, besloeg een terrein, dat zich uitstrekte van de Oudezijds Achterburgwal tot aan de Kloveniersburgwal en van de Barndesteeg tot voorbij de Bethaniënstraat. Hoewel gesticht voor vrouwen van lichte zeden, die hun leven wilden beteren, was het klooster weldra populair bij gegoede vrouwen van onbesproken gedrag. Hoewel de zusters van dit convent leefden volgens regel van Sint Augustinus waren zij geen reguliere kanunnikessen. Wel ressorteerden ze onder het Kapittel van Sion. Niet duidelijk is echter of het convent volwaardig lid was van dit kapittel. Onder bepaalde voorwaarden kreeg het convent in 1462 van het kapittel van Sint Marie te Den Haag het recht op een eigen biechtvader, kapel en kerkhof. De kloosterkapel was een dubbelkapel. De uitsluitend via het klooster bereikbare bovenkerk was bestemd voor de zusters. De benedenkerk was toegankelijk voor het gewone kerkvolk, die daar gescheiden van de zusters de dienst kon bijwonen. In de 16e eeuw ging het bergafwaarts met het convent. Het aantal zusters liep terug van 210 in de beginperiode tot nog slechts 30 in 1566. Ook ontstonden er geldproblemen. Onder druk van de stadsregering ging het convent ertoe over om een deel van het terrein te verkopen. Na de Alteratie van Amsterdam in 1578 werd het kloosterterrein door de stad onteigend. Opheffing van het convent volgde in 1585. De overgebleven zusters vonden een onderkomen óf in het Begijnhof, óf achter het Clarissenklooster aan de Heiligeweg. Het klooster werd in gebruik genomen als woonruimte, terwijl de kloosterkerk in 1594 ingericht werd als Latijnse school voor de Oude Zijde. In 1736 werd de helft van het klooster afgebroken en vervangen door drie huizen; de rest van het klooster werd in delen verkocht. Thans rest er van het klooster nog een deel van het gebouw dat aan de Barndesteeg stond. Daarin werd in de 18e eeuw een schuilkerk gevestigd, die de bijnaam "De Ooievaar" kreeg
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p.17/18 ; S.J. Eman, ‘Nonnengalerijen in de middeleeuwse kloosterkapellen van Amsterdam (II)’ in “Amstelodamum”, 75 (1988), nr. 1, p. 60/61; T. Bakker: “Middeleeuwse kloosters, begijnenhof en gasthuizen in Amsterdam”, Website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (30-06-2017), p. 34
Gebruikte websites:
Website Gemeente Amsterdam, https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/beschrijvingen/bethanienklooster/ (01-07-2017), Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bethani%C3%ABnklooster (01-07-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-011
VU Kloosterlijst nummer:
A40