Zoeken in collecties

In 1444 gaf Jonker van Gaasbeek, Drossaard van Gorinchem en de landen van Arkel, uit naam van Hertog Philips van Bourgondië, Graaf van Holland, aan de tertiarissen van het Agnietenconvent te Gorinchem de hofstede “Den Ouden Hage” in eeuwigdurende erfpacht. Deze hofstede lag aan het Rietveld ten oosten van Arkel. In 1449 vertrokken vanuit voornoemd convent de pater met vijfentwintig zusters naar deze hofstede om daar een klooster te stichten, dat de naam Mariënhage kreeg. In 1453 blijkt voor het eerst dat de zusters van dit klooster volgens de regel van Sint Augustinus leefden. Lang heeft Mariënhage niet bestaan. Doordat de streek, waarin het klooster lag, steeds meer aan de gevaren van rondtrekkende en plunderende huursoldaten bloot kwam te staan, besloten de zusters het klooster naar Utrecht te verplaatsen. Daar vestigde het convent zich in 1558 aan het zuideinde van de Nieuwegracht. Hun klooster werd Sint Annaklooster genoemd, maar in de volksmond bleef men van het Arkelklooster spreken. Vanaf 1572 vonden ook regularissen van het klooster Onze Lieve Vrouwe in Nazareth uit Gein in dit klooster onderdak