Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch
Datering:
1450 - 1629
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Bethanië
Patroonheilige:
Maria Magdalena
Plaatsnaam:
's-Hertogenbosch
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
's-Hertogenbosch
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1450
Opheffing/laatste vermelding:
1629
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het klooster Bethanië in ’s-Hertogenbosch vindt zijn oorsprong in een in de eerste helft van de 15e eeuw gevormde gemeenschap van zusters des gemenen levens. In 1459 verhuisden deze zusters naar een leegstaand kloostercomplex op de Windmolenberg, dat ze kochten van het Bloemenkampklooster, waarvan de tertiarissen zich vestigden Achter de Tolbrug, waar ze een nieuw klooster met een kerk en een kerkhof hadden laten bouwen. In 1466 namen de zusters van Bethanië de regel van Sint Augustinus aan. De Luikse bisschop, Lodewijk van Bourbon, die hiervoor zijn toestemming had verleend, verhief het klooster toen tot een volwaardig convent, waarvan hij het voorrecht van zowel het kiezen van een eigen biechtvader als het beschikken over een eigen kapel en kerkhof bevestigde. Waarschijnlijk niet lang daarna werd tot de bouw van de kapel overgegaan. In 1485 sloot Bethanië zich aan bij het Kapittel van Venlo, waaraan de Luikse bisschop, Johan van Horne, zijn goedkeuring hechtte. De inname van ’s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik in 1629 betekende het einde van Bethanië. Vooralsnog mochten de overgebleven zusters in het kloostergebouwen blijven wonen. In 1680 bepaalde de Raad van State echter dat ze deze gebouwen dienden te verlaten en dat ze hun intrek in het klooster Achter de Tolbrug moesten nemen. In 1697 werd het kloostercomplex in percelen verkocht. Al in 1731 waren de gebouwen grotendeels gesloopt en waren er paardestallen en hovenierswoningen in de plaats gekomen. In de 19e eeuw werden er achter de hoofdbebouwing twee rijtjes arbeiderswoningen opgetrokken
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 92/98; R.Th.M. van Dijk, Proefschrift “De constituties der Windesheimse vrouwenkloostersvóór 1559, Deel I en II (Universiteit Nijmegen 1986), zie ook: http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/113862/mmubn000001_015997332.pdf (28-07-2017), p. 598/599; R. van Dijk., “Twaalf kapittels over ontstaan, bloei en doorwerking van de Moderne Devotie” (Hilversum 2012), p. 158; J. Frytier in “Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Deel 7” onder redactie van . P.C. Molhuysen en P.J. Blok (Leiden 1927), zie ook: http://jeugdboeken.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_0635.php (28-07-2017), p. 325; H. L. Janssen, ‘Bethaniekerk en –klooster’ op website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/bethani%C3%AB.htm#top (28-07-2017); J.A.M. Hoekx, G. Hopstaken, A.M. van Lith-Drooglever Fortuijn en J.G.M. Sanders, ‘Het klooster van de reguliere zusters van Bethanië’ op website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/bethani%C3%AB.htm#top (28-07-2017); Sasse van Ysselt, ‘Het Klooster Bethanie’ op website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/bethani%C3%AB.htm#top (28-07-2017)
Gebruikte websites:
Website Collectie Soeterbeeck, http://wwwextern.ubn.ru.nl/soeterbeeck/mon/poster02.php (28-07-2017)
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook zowel Windmolenberg als Witte Susteren genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-043
VU Kloosterlijst nummer:
H72