Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Idsega

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Idsega
Datering:
1484 - 1580
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Nazareth
Plaatsnaam:
Idsega
Provincie:
Friesland
Parochie:
Idsega
Destijds gewest:
Friesland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1484
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Op een afgelegen plek vlakbij het gehucht Idsega, dat onder de tegenwoordige gemeente Súdwest-Fryslân valt, kwam het klooster Nazareth tot stand als dochtervestiging van het klooster Bethlehem, dat gelegen was in Westerblokker, thans een wijk van Hoorn. De aanleiding, dat overgegaan werd tot stichting van dit, in de nabijheid van Sneek gelegen klooster zal het oorlogsgeweld in Hoorn en omgeving zijn geweest, waarbij ook de kloosters niet van plunderingen gespaard bleven. Het convent, waarvan de zusters als conversinnen volgens de regel van Sint Augustinus leefden, kwam onder supervisie en visitatie van de orde van het Heilig Kruis te staan. Later werd ook de biechtvader van de zusters uit kloosters van deze orde gekozen. Voor Nazareth betekende dit, dat vanaf toen de biechtvader uit het kruisherenklooster in Sneek afkomstig was. Aangezien eenzelfde situatie zich voordeed ten aanzien van de regularissenkloosters Bethlehem te Westerblokker en Jeruzalem te Venray vormden deze drie kloosters feitelijk de vrouwelijk tak binnen de orde van het Heilig Kruis en is het gerechtvaardigd van kruiszusters of cruciferinnen te spreken. Zowel Nazareth als Jeruzalem hebben echter niet, zoals dat ten aanzien van Bethlehem wel het geval was, met het afstemmen van de statuten op die van de kruisheren, een laatste stap gezet tot voeging van de zusters onder het gezag van de orde van de kruisheren. Toen in 1579 de Unie van Utrecht tot stand kwam en de Staten van Friesland een jaar later de zijde van de Prins van Oranje kozen, werden alle kerkelijke goederen in beslag genomen. Klooster Nazareth werd toen opgeheven. De bezittingen van dit klooster werden door de Staten van Friesland in handen van de stad Sneek gesteld. De inkomsten uit deze bezittingen werden vervolgens aangewend voor het onderhoud van het weeshuis, dat de stad in het kloostergebouwen van de kruisheren in Sneek vestigde. Een tijdlang heeft een deel van het kloostercomplex van Nazareth nog als boerenwoning voortbestaan
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 177; Monasticon Batavum, Deel II, p.103; C. Schrickx, Proefschrift “Bethlehem in de Bangert: Een historische en archeologische studie naar de ontwikkeling van een vrouwenklooster onder de orde van het Heilig Kruis in het buitengebied van Hoorn, 1475-1572 (Universiteit Leiden), p. 16/17/82/83/89/90/91/94/95/96/125/333; J.A. Mol, ‘Kruisheren op de Friese zieleheilsmarkt in de vijftiende eeuw. De vestiging van de kloosters te Sneek en Franeker’ in “Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis”, 16 (1990), nr. 4, zie ook: https://pure.knaw.nl/portal/files/470240/Kruisheren_Fr_zieleheilsmarkt.pdf (31-07-2017), p. 328/329 voetnoot 3
Blz. 328;
Gebruikte websites:
Website Artikelen H. Halbertsma, https://sites.google.com/site/halbertsmasneek/artikelen-1958/4 (31-07-2017); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Kloosters_in_Friesland#Augustijner_koorheren_en_regularissen (31-07-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-048
VU Kloosterlijst nummer:
I01