Zoeken in collecties

Het Sint Agathaklooster in Rotterdam lag aan Westewagenstraat op het terrein, waar het voormalige slot Bulgersteyn stond. De bezitter van dit slot, Jan de Witte, waarvan voormeld klooster zes morgen bij Bulgersteyn behorend land in pacht had, stond vermoedelijk mede aan de wieg van dit vóór 1459 gesticht klooster, waarvan de zusters volgens de regel van Sint Augustinus leefden. In 1460 nam het stadsbestuur het toen zeer arm genoemde klooster onder zijn bescherming. De zusters voorzagen met weven en spinnen in hun levensonderhoud. Ook de naam Bleekveld van een aangrenzend stuk grond duidt daarop. Onder de zusters waren er die uit gegoede Rotterdamse families afkomstig waren en bij hun intrede in het klooster wellicht een aanzienlijke medegave ingebracht zullen hebben. Het is niet bekend of dit ten aanzien van de andere zusters ook het geval was, aangezien er over hun sociale achtergrond geen duidelijkheid bestaat. In 1555 zal het Sint Agathaklooster, dat toen wellicht niet meer dan vijftien, reeds op leeftijd zijnde zusters telde en er tussen de priorin en een van de zusters onenigheden waren gerezen, beslist geen bloeiend convent zijn geweest. Toen Rotterdam in 1572 na een uiterst gewelddadige confrontatie met het Spaanse leger de zijde van de Opstand koos, werden de kloostergebouwen geseculariseerd. Zo ook het kloostercomplex van het Sint Agathaconvent, dat vervolgens in 1576 afgebroken werd