Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Tiel

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Tiel
Datering:
1494 - 1578
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Caecilia
Patroonheilige:
Sint Caecilia
Plaatsnaam:
Tiel
Provincie:
Gelderland
Parochie:
Tiel
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1494
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het regularissenklooster Sint Caecilia in Tiel lag op een terrein dat zich uitstrekte van de Kerkstraat, langs de Achterweg en achter de huizen van de Ambtmanstraat tot achter het erf van het in 1525 gebouwde Ambtmanshuis. Wanneer dit klooster, dat zijn oorsprong vindt in een gemeenschap van zusters des gemenen levens, gesticht werd, is niet bekend. De vroegste vermelding dateert uit 1494 toen de naar de regel van Sint Augustinus overgegane zusters van het dan al besloten klooster van de parochie geëximeerd werden. Toen in 1573 de troepen onder aanvoering van Gysbert van Batenburg het in het gehucht Westroijen bij Tiel gelegen dominicanessenklooster bijna tot de grond toe verwoestten, zochten de zusters van dit klooster een veilig heenkomen binnen de stad Tiel. Ze vonden waarschijnlijk toen al meteen in het Sint Caeciliaklooster onderdak. Hoewel tegen de zin van de zusters van laatstgenoemd klooster in, kwam het in 1578 mede op last van het hof van Gelre en Zutphen tot een formele samenvoeging van dit klooster met eerder genoemde dominicanessenklooster. Deze samenvoeging is echter nooit daadwerkelijk van de grond gekomen, doordat aan het voortbestaan van het klooster een einde kwam toen Jan van Nassau Tiel veroverde en het met de vrijheid van godsdienst gedaan was. De opheffing van het klooster betekende dat de kloostergoederen, die nog lange tijd door de zusters beheerd werden, overgingen aan de stad en de overgebleven zusters vanaf toen van stadswege alimentatie ontvingen. In 1609 werden deze goederen publiekelijk verpacht, terwijl in 1583 en 1612 ter vergroting van het Ambtmanshuis gedeelten van de kloostergronden verkocht werden. Vermoedelijk vóór 1621 werden de gebouwen gesloopt op de kapel na, die in 1633 voor de hervormden eredienst ingericht werd. In 1810 wisten de hervormden de kapel in eigendom te verwerven, onder het beding dat de luthersche gemeente er hun diensten mochten blijven houden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 181/183; A.J. Maris, Proefschrift “De reformatie der geestelijke en kerkelijke goederen in Gelderland, in het bijzonder in het Kwartier van Nijmegen” (Universiteit Utrecht 1939), p. 390; F.A.J. Vermeulen, “De Bommeler- en de Tielerwaard” (Arnhem 1974-1975), zie ook: http://www.dbnl.org/tekst/verm127bomm02_01/verm127bomm02_01_0024.php (11-10-2017), p. 429; S.P. Wolfs, “Middeleeuwse Dominicanessenkloosters in Nederland” (Assen 1988), p. 69 t/m 81; E. van de Haar, ’De geschiedenis van Zandwijk’ op website Wijkcomite Westroijen, http://www.westroijen.nl/Geschiedenis.html (16-08-2016)
Gebruikte websites:
Reliwiki, de Nederlandse database over religieuze gebouwen, http://reliwiki.nl/index.php/Tiel,_Kerkstraat_34_-_Caecilienkapel (11-10-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-080
VU Kloosterlijst nummer:
T09