Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Wittem

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Wittem
Datering:
1733 - 1797
Orde of congregatie:
Kapucijnen
Plaatsnaam:
Wittem
Provincie:
Limburg
Parochie:
Mechelen
Destijds gewest:
Wittem
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1733
Opheffing/laatste vermelding:
1797
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1722 werd de in 1732 tot graafschap verheven vrije heerlijkheid Wittem gekocht door Ferdinand Adolph von Plettenberg, erfmaarschalk van de vorstaartsbischop van Münster. Hij vatte het plan op in Wittem een klooster te stichten met de bedoeling daarmee zowel een dam op te werpen tegen het oprukkende protestantisme vanuit de aangrenzende staatse gebieden als om in afwachting van het herstel van het tot zijn eigendom behorende Wittemse kasteel zich van een passend verblijf verzekerd te weten. Hoewel de prins-bisschop van Luik hiervoor pas in 1730 zijn toestemming verleende, was een jaar eerder, geheel op kosten van voornoemde Ferdinand Adolph von Plettenberg, reeds aan de noordoostkant van de Wittemer Allee met de bouw van het klooster en de kerk begonnen. In 1733 werden onderhavige gebouwen door laatstgenoemde overgedragen aan de kapucijnen van de Keulse kerkprovincie. Voor zijn verblijf en dat van zijn familie hield hij zich het eigendom voor van de langs de Wittemer Allee gelegen kloostervleugel. Ook bleef de pas in 1770 geconsacreerde, aan Sint Joannes Nepomucenus toegewijde kerk, die als slotkapel fungeerde maar door de paters ook als kloosterkerk gebruikt mocht worden, tot zijn eigendom behoren. Toen Wittem in 1795 definitief bij het gebied van de Franse Republiek ingelijfd werd, leidde dit tot opheffing van het klooster, dat in 1797 door de kapucijnen moest worden verlaten. De kloostergebouwen, die meerdere malen van eigenaar wisselden en waar sinds 1807 twee ex-kapucijnen in de tuinvleugel mochten blijven wonen, deden, totdat ze in 1835 aan Luikse redemptoristen ter beschikking werden gesteld, voor meerdere doeleinden dienst. De kerk, die niet verkocht werd maar op grond van het in 1801 tussen paus Pius VII en Napoleon gesloten Concordaat in 1802 aan het bisdom Luik kwam, werd als bijkerk van de parochie Mechelen in gebruik genomen. Toen de redemptoristen in 1891 een nieuw en groter klooster lieten bouwen, werden grote delen van het oude klooster afgebroken
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 202; Monasticon Batavum, Supplement, p. 168; J.F. van Agt, “Zuid-Limburg. Vaals, Wittem en Slenaken” (Den Haag 1983), zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/agt_001zuid01_01/agt_001zuid01_01_0016.php (27-02-2019), p. 331/337/339/341-345; H. Mosmans, “Het Redemptoristenklooster Wittem: een bijdrage tot onze vaderlandsche kerkgeschiedenis, 1836-1936” (Roermond-Maaseik 1936), p. 13-19
Gebruikte websites:
Website Klooster Wittem, http://www.kloosterwittem.nl/docs/KLOOSTER%20WITTEM%20in%20VOGELVLUCHT.pdf (27-02-2019); Website Meertens Instituut, http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/1001 (27-02-2019); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Redemptoristenklooster_(Wittem) (27-02-2019)
ENK Monasticon nummer:
ME-P023-904
VU Kloosterlijst nummer:
WN02