Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Delft

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Delft
Datering:
1436 - 1572
Orde of congregatie:
Broeders van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Hiëronymusdal II
Plaatsnaam:
Delft
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Delft-Hippolytus
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1436
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Waarschijnlijk op verzoek van de stedelijke magistraat werd in 1403 in Delft vanuit Deventer een gemeenschap van broeders gesticht. De broeders betrokken een door de stad ter beschikking gesteld huis aan de westzijde van de Oude Delft tegenover de Nieuwstraat. Daar bouwden ze ook hun kapel. Ter huisvesting van arme scholieren kregen zij tevens een gebouw in de tegenwoordige Schoolstraat ter beschikking. In 1410 verleende de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim zijn goedkeuring aan de overgang van het huis naar de Derde Orde van St.-Franciscus. In 1418 namen sommige van de broeders met goedkeuring van de bisschop evenwel de regel van Augustinus aan. De broeders die dat niet deden, bleven een tijd met hen samenwonen. In 1435 verruilde voornoemde gemeenschap Delft voor Rijswijk, waar zij een ruimere behuizing hadden gevonden. In het aldus in Delft vrijgekomen huis vestigde zich in 1436 vanuit Zwolle een nieuwe gemeenschap van broeders des gemenen levens, Hiëronymusdal II geheten. Deze gemeenschap was zo succesvol, dat van daaruit in 1447 overgegaan kon worden tot een stichting in Gouda. Ook in Utrecht kwam met hulp van de Delftse broeders in 1474/1475 een nieuwe stichting tot stand. Bij de grote stadsbrand van Delft in 1536 verloren de broeders hun kapel en aanpalende gebouwen. Doordat voor herbouw de financiële middelen ontbraken, werd in 1537 het verzoek ingewilligd de gemeenschap om te vormen tot een college van vicarissen, waarvoor op de locatie van het afgebrande klooster aan de Oude Delft een sterk vereenvoudigd gebouwencomplex gerealiseerd werd. Ook de kapel werd herbouwd, die echter bij de Beeldenstorm in 1566 nog al wat schade opliep. Na de Reformatie in 1572 vervielen de gebouwen aan de stad Delft. In de kapel werd een geschuts- en klokkengieterij gevestigd, terwijl er later tevens een houthandelaar onderdak vond. Ondanks de opheffing van het klooster, mochten de broeders in een aantal huisjes, die tegen de zijgevel van de kapel stonden, blijven wonen
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 43/44; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 71-74; A . Dlabacová, “Literatuur en observantie: De Spieghel der volcomenheit van Hendrik Herp en de dynamiek van laatmiddeleeuwse tekstverspreiding” (Hilversum 2014), p. 30; W.C.M. Wüstefeld, ‘Delftse handschriftenproduktie en de boeken van de familie Van Assendelft’ in “Delfia Batavorum, Jaarboek 1992” (Delft 1993), p. 11/14/15/39, voetnoot 23
Gebruikte websites:
Website Stichting Thomas a 1988, http://thomasakempiszwolle.nl/cms/index.php/thomas-a-kempis/moderne-devotie/399-2016-mei-md-delft.html (02-01-2017'; Website Achter de gevels van Delft, http://www.achterdegevelsvandelft.nl/huizen/Oude%20Delft%20achter%20147-161.html (02-01-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-P004-003
VU Kloosterlijst nummer:
D07