Zoeken in collecties

Het tertiarissenklooster Mariaschoot te Ommel bij Asten zou in 1539 gesticht zijn door Maria van der Ghoor, die tot Moeder van dit klooster aangesteld werd. Haar, nadien ingetreden zuster Jutken zou echter ook bij de stichting betrokken zijn geweest. Een andere lezing is, dat de tertiarissenconventen Catharinadal te Achel en Agnietendaal te Dommelen aan de wieg van dit klooster stonden. Dat dit klooster in Ommel gesticht werd, kan niet los gezien worden van de uit het begin van de 15e eeuw daterende verering van het miraculeuze Mariabeeld in de Ommelse kapel, waarvan Mariaschoot sinds een bisschoppelijk decreet uit 1598 het bestuur had en die sedertdien ook als kloosterkerk dienst deed. Mariaschoot werd onder de jurisdictie van de minderbroeders gesteld om in 1596 aan de rechtsmacht van het bisdom ‘s-Hertogenbosch te worden onderworpen. De zusters, die nauwe betrekkingen met het norbertinessenklooster Keizerbosch in Neer onderhielden, voorzagen met de exploitatie van een boerderij en met spinnen en weven in hun levensonderhoud. Met uitzondering van de Mariakapel werd in 1707 het klooster op bevel van de Raad van State bij opbod openbaar verkocht. Bij onderhandse akte werd het gebouw echter weer ter beschikking van de zusters gesteld. In 1731 kwam het definitieve bevel het klooster te ontruimen. Met het meenemen van voormeld Mariabeeld vertrokken de zusters het jaar daarop naar Neer en van daaruit naar hun in 1735 door de wijbisschop van Luik ingezegend nieuw klooster in Nunhem. Omstreeks 1795 werden ze door de Franse revolutionairen gedwongen ook dit klooster te verlaten. Ze vonden, voor zover ze niet naar hun familie waren teruggekeerd, in 1798 onderdak in het Huys Waerenberg in Haelen. In 1813 vertrokken hier de laatste twee, toen nog levende zusters. Het Mariabeeld werd nadien in de parochiekerk van Asten geplaatst; de kapel van Ommel was te bouwvallig geworden. In 1922 werden de laatste resten van de gebouwen van Mariachoot in Ommel door brand verwoest