Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Delft

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Delft
Datering:
1380 - 1572
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Agatha
Patroonheilige:
Sint Agatha
Plaatsnaam:
Delft
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Delft-Hippolytus
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1380
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het Sint Agathaconvent vindt zijn oorsprong in 1380 toen een aantal vrouwen in Delft gingen samenwonen om een religieus leven te leiden. Als inspirator en initiator voor het tot standkomen van deze gemeenschap is de plaatsvervangend pastoor van de Oude Kerk, priester Jacob Jan, aan te merken. De gemeenschap betrok een pand tegenover de Geerweg, aan de huidige Kantoorgracht. In 1400 ging de gemeenschap over tot de derde orde van Sint Franciscus en sloot zich aan bij het Kapittel van Utrecht. Het convent verhuisde in 1403 naar een huis tegenover de Oude Kerk. In hetzelfde jaar kreeg het convent, zoals het stadsbestuur in 1402 al had gedaan, van de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim toestemming om zich te laten besluiten. Ter gelegenheid daarvan verleende de bisschop aan de goederen van het convent de kerkelijke vrijheid. In de loop van de 15e eeuw verkeerde het klooster in grote welvarendheid. Het kloostercomplex werd meerdere malen uitgebreid en groeide aldus uit tot het grootste en rijkste klooster binnen de muren van middeleeuws Delft. In 1467 gaf de bisschop de zusters toestemming hun kapel af te breken en een nieuwe, grotere kapel te bouwen die in 1471 gereed kwam. Met name de belastingvrijstellingen, die het convent genoot, leidden op den duur tot veel kritiek. Het voor een afgesproken hoeveelheid land en renten vervallen hiervan wist het convent met het betalen van een bedrag ineens af te kopen. Van de grote brand in Delft in 1536 liep het klooster evenals van de beeldenstorm in 1566 weinig schade op. Toen Delft in 1572 in handen van de opstandelingen kwam, werd het klooster geconfisqueerd door de Staten van Holland en werd het convent opgeheven. De zusters mochten in de zuidelijke vleugel van het kloostercomplex blijven wonen. In de noordelijke vleugel nam Willem van Oranje zijn intrek en werd vanaf toen Prinsenhof genoemd. Nadat hij er in 1584 vermoord werd, deden de gebouwen voor tal van doeleinden dienst. Thans is er het stedelijk museum gevestigd
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel 1, p. 51/52; Monasticon Batavum, Supplement, p. 39; Monasticon Batavum, Deel II, p. 44; G. Verhoeven, ‘Het Sint-Agathaklooster te Delft: een middeleeuws succesverhaal’ in “Delfia Batavorum”, dertiende jaarboek (2003), p. 57/59/62-64/67-75; H. van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht: Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 246, voetnoot 39/313; K. Goudriaan: ‘De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht: Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 1” (Hilversum 1998), p. 242; M.K.A. van de Berg, “De Noordnederlandse historiebijbel” (Hilversum 1998), p. 79
Gebruikte websites:
Website Stichting Thomas a Kempis 1988, http://thomasakempiszwolle.nl/cms/index.php/thomas-a-kempis/moderne-devotie/399-2016-mei-md-delft.html (16-02-2017); Website WikiDelft, http://www.wikidelft.nl/index.php?title=Sint_Agathaklooster (16-02-2017); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Prinsenhof_(Delft) (16-02-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-022
VU Kloosterlijst nummer:
D04