Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: 's-Gravenhage

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: 's-Gravenhage
Datering:
1463 - 1572
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Galilea
Patroonheilige:
Maria
Plaatsnaam:
's-Gravenhage
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
‘s-Gravenhage
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1463
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het tertiarissenklooster Sint Maria in Galilea werd in in 1463 vanuit het Haagse Sint-Elisabethklooster gesticht. Wegens de tweespalt, die binnen de gelederen van de zusters van laatstgenoemd klooster was ontstaan, verhuisde een groot deel van de zusters naar een terrein ten oosten van het Spui, waar een nieuwe, zelfstandige gemeenschap gevestigd werd. De overeenkomst, die in het kader van deze feitelijke afsplitsing tot stand kwam, werd nog in 1463 bekrachtigd en bevestigd door Filips de Goede, waarbij hij het convent in bescherming nam. Het klooster was niet groot. In de beginjaren telde het convent zo’n vijftig zusters, maar dit aantal werd allengs kleiner. Behalve dat de zusters de zorg voor zieken en wezen tot hun taak rekenden, produceerden ze ook allerlei goederen. Zo maakten ze onder meer bezems en handelden ze in beddengoed. Het convent nam de derde regel van Sint Franciscus aan en was waarschijnlijk al vanaf de stichting bij het Kapittel van Utrecht aangesloten. Hoewel in 1465 voor het eerst expliciet sprake was van besloten zusters, zal de eerste besluiting van het convent waarschijnlijk al bij de stichting in 1465 hebben plaatsgevonden. Evenals andere kloosters had het convent een brouwerij en een rosmolen. Het recht om een molen te houden werd in 1480 verkregen. Tussen 1497 en 1502 werd aan de Poten een nieuwe kerk gebouwd. Omdat de financiële situatie verslechterde, gingen de zusters al in 1563 over tot het verkopen van onroerende goederen. Zo verkochten ze in 1567 de brouwerij en de rosmolen. In 1572 werd het klooster afgebroken in verband met de verdediging van Den Haag. De overgebleven zusters, waarvan er enkele in het Sint-Elisabethconvent ondergebracht werden, ontvingen vanwege de Staten alimentatie. Het braakliggende kloosterterrein werd verkocht en bebouwd. Alleen het straatje, dat uit de Poten naar het klooster liep en dat de naam Bagijnestraat kreeg, herinnert nog aan het bestaan van het klooster
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 84; Monasticon Batavum, Supplement, p. 60; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=064 (25-02-2017);
Gebruikte websites:
Website Archieven.nl: Nationaal Archief, https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=22&micode=3.18.14&milang=nl&mizk_alle=galilea&miview=inv2#inv3t2 (25-02-2017); Website Geschiedenis van Den Haag, http://anemaa.home.xs4all.nl/ges/straten/plein_4_logement_van_rotterdam.htm (25-02-2017); Website Haagse Geschiedenissen, http://www.denhaag.wiki/index.php/straten/223-bagijnestraat (25-02-2017); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Klooster_van_St._Maria_in_Galilea (25-02-2017)
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook wel Klooster Op het Spui genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-044
VU Kloosterlijst nummer:
G28