Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Rhenen

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Rhenen
Datering:
1388 - 1603
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Naam van het klooster:
Agnes
Patroonheilige:
Sint Agnes
Plaatsnaam:
Rhenen
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Rhenen
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1388
Opheffing/laatste vermelding:
1603
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het St. Agnietenklooster in Rhenen is ontstaan uit een vóór 1388 gestichte gemeenschap van zusters des gemenen levens, die in de huidige Torenstraat vlakbij de St. Cunerakerk in een stenen huis woonden. De gemeenschap nam de derde regel van St. Franciscus aan. De vroegste vermelding hiervan dateert uit 1410. Toen het convent nog niet over een eigen kapel beschikte, maakten de zusters gebruik van de St. Cunerakerk, die ze vanuit hun klooster via een onderaardse gang konden bereiken. In 1420 werd parochiale toestemming verkregen voor de bouw van een eigen kapel, die in 1435 gewijd werd. De zusters wisten hun conventsterrein dusdanig uit te breiden, dat zij aan het begin van de tweede helft van de 16e eeuw vrijwel de gehele westzijde van de Torenstraat en het hoekperceel Torenstraat-Frederik van de Paltshof in bezit hadden. Behalve tot de bouw van een nieuwe kapel werd in 1470 overgegaan tot uitbreiding, nieuwbouw en gedeeltelijke verplaatsing van het klooster. Vanuit het nieuwe klooster was via een onderaardse gang de kloosterboerderij bereikbaar, die aan de overzijde van de Torenstraat lag. In 1512 werd de nieuwe kapel gewijd. In 1571 verzette het convent zich met andere tertiarissenconventen tegen de beslissing van Paus Pius V om het Kapittel van Utrecht, waarbij het zich aangesloten had, onder de jurisdictie van de minderbroeders te stellen. Het convent werd na de Opstand niet opgeheven. De zusters mochten er blijven wonen. Op het intreden van nieuwe zusters kwam evenwel een verbod. Na het overlijden van de laatste zuster in 1617 werd het klooster nauwelijks meer bewoond. In 1629 werd het klooster door de Staten van Utrecht verkocht aan Frederik V van Bohemen. Op de plaats van het klooster bouwde hij het voorhof van zijn meer zuidelijk gelegen paleis, het “Koningshof”, dat in 1632 gereed kwam. Aan het eind van de 17e eeuw raakte het onbewoond. In 1794-1795 waren er Engelse soldaten gelegerd. In 1812 werd het gebouw door de Fransen verkocht en vervolgens afgebroken
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel 1, p. 164/165; Monasticon Batavum, Supplement, p. 131/132; Monasticon Batavum, Deel II, p. 156; H. Van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht. Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 154/235/247 voetnoot 39/252/353; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=133 (15-04-2017); K. Goudriaan: ‘De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht: Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 1” (Hilversum 1998), p. 244; C. L. van Groningen, “De Utrechtse heuvelrug. De Stichtse Lustwarande. Dorpen en landelijk gebied” (Zeist 2000), zie ook http://www.absolutefacts.nl/kastelen/data/rhenen-het-koningshuis.htm (15-04-2017), p. 60; T. van Drunen, ‘De Rhenense ondergrondse’ in “Oud Rhenen”, 18(1999), nr. 1, p. 28-31
Gebruikte websites:
Website Stichting Thomas a Kempis, https://thomasakempiszwolle.nl/cms/index.php/thomas-a-kempis/moderne-devotie/308-2015-12-rhenen.html (15-04-2017); Website Het Utrechts Archief, http://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&mizig=210&miadt=39&miaet=1&micode=1006-4&minr=3279682&miview=inv2&milang=nl (15-04-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z207-107
VU Kloosterlijst nummer:
R09