Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Utrecht

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
1244 - 1580
Orde of congregatie:
Franciscanen
Naam van het klooster:
Knoperenkerke
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht-Buurkerk
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1244
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
De eerste vermelding van het Utrechtse minderbroederklooster, dat in de zuidwesthoek van het Janskerkhof was gelegen, dateert uit 1244 toen de gardiaan van dit klooster aangesteld werd als raadsman van de benedictinessenabdij te Rijnsburg. Voor de bouw van hun klooster, dat het hoofdklooster van custodie Holland werd, kochten de minderbroeders in 1247 het claustraal huis van de proost van het kapittel van Sint Jan. Bij de stadsbrand in 1279 werd ook het minderbroederklooster in as gelegd. In 1308 zou het op kosten van de weduwe van Gijsbrecht III Bot, heer van der Eem, herbouwd zijn. In 1445 kwam een aantal observanten in de stad. Het stadsbestuur verbood de inwoners hen zowel onderdak te verschaffen als van eten en drinken te voorzien. Hierdoor werd het hen onmogelijk gemaakt zich in de stad te vestigen. Hieruit blijkt, dat het stadsbestuur de observantiebeweging toen alles behalve gunstig gezind was. Omstreeks 1480 kwam het convent in behoeftige omstandigheden te verkeren. Vermoedelijk was de toename van het aantal bedelordekloosters in de omgeving daaraan debet. Dit maakte ten nadele van de bestaande conventen de spoeling dunner. Voorts nam het aantal schenkingen af door een dalende populariteit bij de bevolking, die een groeiende sympathie voor de observantiebeweging aan de dag legde. In 1489 en opnieuw omstreeks 1500 voerde het convent een hervorming “sub ministris” door, waarbij het convent onder het gezag van de conventuelen bleef vallen. Begin 16e eeuw ging het convent dan toch over naar de observantie. Toen in 1580 de toenemende invloed van de calvinisten tot onlusten in de stad leidde, verboden de Staten de uitoefening van de katholieke godsdienst. De broeders werd toen de toegang tot de stad ontzegd. Het kloostercomplex werd geconfisqueerd. In 1581 werd de kerk gesloopt. Van de klooster resteert thans nog de in 1518 nieuw gebouwde refter, die door de Staten van Utrecht in gebruik genomen werd en thans bij de universiteit als collegezaal in gebruik is
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 179/180/181, Monasticon Batavum, Supplement, p. 150/151; J.A. de Kok, “Acht eeuwen minderbroeders in Nederland. Een orientatie” (Hilversum 2007), p. 26/3850/65/76/92/93/117/151; A. H. Evertse, ‘De stad Utrecht en de franciscanen en dominicanen in de vijftiende eeuw’ in “Jaarboek Oud Utrecht 1986”, p. 10/11/13/14/17/19/20/23/24/25/26/27/29/30/31/32; P.A. Henderikx, “De oudste bedelordekloosters in het graafschap Holland en Zeeland” (Amsterdam 1977), p. 16/17/36/37/122/177 voetnoot 60; Wolfgang Schmitz, “Het aandeel der Minderbroeders in onze middeleeuwse literatuur. Inleiding tot een bibliografie der Nederlandse Franciscanen” (Nijmegen/Utrecht 1936), zie ook: http://www.dbnl.org/tekst/schm036aand01_01/schm036aand01_01_0020.php (12-01-2018), p. 161
Gebruikte websites:
Website Huizen aan het Janskerkhof, https://www.huizenaanhetjanskerkhof.nl/huizen/janskerkhof-zz/janskerkhof-3/ (13-01-2018), Website Huizen aan het Janskerkhof, https://www.huizenaanhetjanskerkhof.nl/huizen/janskerkhof-zz/janskerkhof-3/ (13-01-2018
ENK Monasticon nummer:
ME-P022-051
VU Kloosterlijst nummer:
U11