Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Ter Apel

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Ter Apel
Datering:
1465 - 1594
Orde of congregatie:
Kruisheren
Naam van het klooster:
Nieuwlicht
Plaatsnaam:
Ter Apel
Provincie:
Groningen
Parochie:
Sellingen
Destijds gewest:
Ommelanden
Bisdom:
Osnabrück
Stichting/eerste vermelding:
1465
Opheffing/laatste vermelding:
1594
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1464 schonk een zekere Jacob Wiltingh, pastoor te Garrelsweer en vicaris van Loppersum, aan de Orde van het Heilig Kruis zijn “guet Apell', dat hij zes jaar eerder van het tot de orde der Premonstratenzers behorend klooster Sancta Maria te Schildwolde gekocht had. Dit onder voorwaarde dat op die plek een klooster zou verrijzen. Op het generaal kapittel van 1465 kreeg de prior van het convent te Bentlage, opdracht een aantal leden van zijn klooster naar Ter Apel te sturen. Zij waren de eerste conventualen van het nieuwe klooster, dat de naam Domus Novae Lucis, Huis van het Nieuwe Licht, kreeg. Nog in hetzelfde jaar hechtte de bisschop van Osnabrück, onder wiens bisdom Ter Apel viel, zijn goedkeuring aan de bouw van het klooster. Hij zegde tevens toe het convent te beschermen en te verdedigen. Voorts beloofde hij een aflaat van veertig dagen aan beschermers, weldoeners en bezoekers van het klooster. Tussen 1465 en 1561 werd er gewerkt aan de bouw van het klooster, daarbij in 1466 en 1472 door brand geplaagd. Vanaf 1568 kreeg het klooster geen schenkingen meer en moest het zelfs herhaaldelijk gronden verkopen. Toch bezat het klooster bij de opheffing nog 500 hectare verhuurde grond en daarnaast gronden die de kloosterlingen zelf bewerkten. Rond 1580 verlieten heel wat kruisheren Ter Apel. Na de Reductie van Groningen in 1594 dienden de prior van Ter Apel en de nog aanwezige kloosterlingen een verzoekschrift in om onder bescherming van de Staten het klooster te mogen blijven bewonen. Een antwoord bleef uit, waardoor aangenomen werd dat de regering stilzwijgend aan het verzoek tegemoet kwam. Hieraan wordt het toegeschreven, dat de kloostergoederen van Ter Apel niet in beslag werden genomen, terwijl in 1595 in de Ommelanden alle kloosters en hun bezittingen verbeurd werden verklaard. Zo bleef het kloostercomplex gespaard voor vernielingen, die voor zo vele andere kloosters in Noord-Nederland het definitieve einde betekenden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum deel II, p. 21; ; N.J.J. Vermeulen, ‘Het klooster Ter Apel’ in “Clairlieu, tijdschrift gewijd aan de geschiedenis der kruisheren”, 48 en 49 (1990-1991), p. 4/7/8/27-30; R. Janssen, ‘De orde van het heilig kruis in de vijftiende eeuw, deel 2 : De kloosters die na 1410 en voor 1473 werden gesticht’ in “Clairlieu, tijdschrift gewijd aan de geschiedenis der kruisheren”, 28 en 29 (1970-1971), p. 149/150
Gebruikte websites:
Website Stichting Klooster Ter Apel, http://www.kloosterterapel.nl/nl/historievankloosterterapel-tekst (15-03-2016); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Klooster_Ter_Apel (15-03-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-P017-020
VU Kloosterlijst nummer:
S17