Zoeken in collecties

In 1399 kregen de kruisheren van Sint-Agatha van het stadsbestuur, de pastoor van de Hogekerk en de prins-bisschop van Luik toch gedaan dat de door het schippersgilde gestichte St. Nicolaaskapel, in de stad Venlo op de hoek van Vleesstraat en de Klaasstraat lag, aan de Orde van het Heilig Kruis werd afgestaan. In 1400 werd de eerste steen gelegd van het nieuwe klooster door Lubbertus van Bommel, die er de eerste prior werd. De kapel werd verbouwd en vergroot en werd in 1433 gewijd door de wijbisschop van Keulen. Bij het aantreden van genoemde Lubbertus van Bommel als prior generaal wist hij het generaal kapittel te inspireren om naar de constituties van 1248 terug te keren en alle aanvullende bepalingen van tussen 1248 en 1410 te schrappen, waardoor de orde terugkeerde naar de strenge observantie van armoede. Van 1578 tot 1621 was de kloosterkerk in handen van de gereformeerden. Na 1797, toen de kruisheren door de Fransen uit de stad werden verjaagd, deed het gebouwencomplex enige tijd dienst als pakhuis en magzijn. In 1830 werd het afgestaan aan de parochie van St. Martinus. Eerst In 1879 werd tot restauratie van de kerk overgegaan. In de Tweede Wereldoorlog werd het complex bij een bombardement geheel verwoest