Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Leiderdorp

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Leiderdorp
Datering:
1396 - 1574
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Naam van het klooster:
Engelendaal
Plaatsnaam:
Leiderdorp
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Leiderdorp (aanvankelijk: Leiden)
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1396
Opheffing/laatste vermelding:
1574
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Het klooster Engelendaal in Leiderdorp lag in de zuidwesthoek van de Munnikenpolder ter plaatse van het huidige verpleegtehuis Leythenrode. Dit klooster, dat in 1396 gesticht werd door de priester Pieter van den Pol, is ontstaan uit een gemeenschap van devoten, die zich rondom hem gevormd had en kennelijk in zijn huis gehuisvest was. Voor de stichting van het klooster, waarbij Hugo Goudsmit, Gijsbert Dou, Wermboud van Boskoop en Florens Radewijnsz. betrokken waren, verleende de pastoor van Leiderdorp en de proost van Sint Pancras te Leiden hun toestemming, terwijl hertog Albrecht van Beieren het klooster onder zijn bescherming nam. Het klooster werd gebouwd op een stuk grond van Daniël van den Pol, de broer van Pieter. Vanwege deze bouw had de gemeenschap zich daar reeds gevestigd en behielp zich voor haar huisvesting waarschijnlijk met de bestaande bebouwing. Reeds vanaf 1396 volgde de gemeenschap de regel van Sint Augustinus. Vier jaar later trad het convent, waarvan de naam Engelendaal in 1401 voor het eerst vermeld werd, toe tot het Kapittel van Windesheim. De broeders beoefenden het afschrijven, binden en illumineren van handschriften. Omstreeks 1400 was het convent dan ook een voornaam centrum voor de boekproductie. Dat blijkt althans uit de regelmatige opdrachten, die de broeders kregen van de kerkmeesters van de Leidse Sint-Pieterskerk. Het convent, dat in 1421 het recht op een molen en in 1488 het recht van zwanendrift kreeg, overleefde de beeldenstorm van 1566. Daarna ging het bergafwaarts. In 1574 toen Leiderdorp, waarvan de dorpskern bij de aftocht van de Spanjaarden in brand gestoken werd, in handen van de watergeuzen viel, werd het convent opgeheven. De gebouwen werden verkocht en vervolgens afgebroken. De overgebleven broeders ontvingen vanaf toen alimentatie uit de opbrengst van de door de stad Leiden namens de Staten verkochte bezittingen van het convent, die overigens ook voor de bekostiging van het onderhoud van de Leidse hoogleraren bestemd was
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 114/115; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk. De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 189-191; H. Brand, “Over macht en overwicht: stedelijke elites in Leiden (1420-1510)” (Leuven/Apeldoorn 1996), p. 336; H. van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht: Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 109; R. Ladan, “Gezondheidszorg in Leiden in de late middeleeuwen” (Hilversum 2012), p. 286 voetnoot 120; L.M. Takken, H.J. van Oort, H. van den Ende en P.F.B. Jongste, “Toelichting op de Archeologische Waarden- en Verwachtingskaart Leiderdorp” (Leiden 2009), p. 26; W. Lourdaux. “Devotio Windeshemensis” (Leuven 1992), p. 197
Gebruikte websites:
Website Erfgoed Leiden en Omstreken, https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/archieven/archievenoverzicht/ead/xml/eadid/0503 (16-09-2017)
Opmerkingen:
Dit klooster had ook Heer Pieter van de Polhuis als naam
ENK Monasticon nummer:
ME-P041-035
VU Kloosterlijst nummer:
L29