Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Amsterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1406 - 1585
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Agnes
Patroonheilige:
Sint Agnes
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Nicolaas
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1406
Opheffing/laatste vermelding:
1585
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het Sint Agnesconvent in Amsterdam, dat voor het eerst in 1406 in de bronnen wordt genoemd, was gelegen tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Oudezijds Achterburgwal. Volgens de kloosterkroniek zouden de zusters van dit convent zich in 1397 afgescheiden hebben van het eveneens in Amsterdam gevestigde Sint Claraconvent. Op dit punt zijn er echter bij de betrouwbaarheid van deze kroniek vraagtekens te plaatsen. De zusters vestigden zich in het huis van Willem die Brune Roelofsz in Grimmenes dat hij met zijn vrouw Nelle aan hen ter beschikking stelde. Het is aannemelijk dat de zusters in dit huis verbleven tot hun vertrek in 1405/1406 naar het erf van de Oude Nonnen aan de Oudezijds Voorburgwal. Hoogstwaarschijnlijk is met deze verhuizing de omzetting van het zusterhuis in een tertiarissenklooster, dat onder invloed van het Kapittel van Utrecht kwam te staan, in verband te brengen. In 1419 werd door het kapittel van Sint Marie op het Hof in Den Haag aan de zusters onder meer het privilege van de bouw van een eigen kapel verleend. Tevens werd toen het maximum aantal zusters op 60 gesteld. Voorts mochten zij aan 6 of 7 proveniers onderdak bieden. Bij de stadsbrand in 1452 werd het klooster nagenoeg volledig in as gelegd. De houten kapel brandde tot de grond toe af. In 1458 gingen de zusters over tot de orde van Sint Augustinus. In 1469 sloten zij zich bij het Kapittel van Sion aan. De kapel werd in 1470 opnieuw opgetrokken. Deze kapel was een dubbelkapel. De bovenkerk was bestemd voor de zusters, terwijl in de benedenkerk het gewone kerkvolk de dienst kon bijwonen. Bij de grote stadsbrand van 1572 gingen alle conventsgebouwen verloren. In 1585 werd het convent opgeheven. De gebouwen werden afgebroken om plaats te maken voor woonhuizen. In 1629 werd de kapel verbouwd. Op de zolder vestigde zich de stadsbibliotheek en in de ruimte daaronder het Athenaeum Illustre, de voorganger van de Universiteit van Amsterdam. Tegenwoordig is het gebouw in gebruik als Universiteitsmuseum
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 27, Monasticon Batavum, Supplement, p. 19; Monasticon Batavum, deel II, p. 15/16; Monasticon Trajectense, http://www2.let.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=013 (28-06-2017); K. Goudriaan: ‘De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht: Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 1” (Hilversum 1998), p. 241; S.J. Eman, ‘Nonnengalerijen in de middeleeuwse kloosterkapellen van Amsterdam (II)’ in “Amstelodamum”, 75 (1988), nr. 1, p.54/55, T. Bakker: “Middeleeuwse kloosters, begijnenhof en gasthuizen in Amsterdam”, Website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (28-06-2017), p.13/14, B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002)
Zie ook:
Blz. 148/149
Gebruikte websites:
Het Sint Agnesconvent in Amsterdam, dat voor het eerst in 1406 in de bronnen wordt genoemd, was gelegen tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Oudezijds Achterburgwal. Volgens de kloosterkroniek zouden de zusters van dit convent zich in 1397 afgescheiden hebben van het eveneens in Amsterdam gevestigde Sint Claraconvent. Op dit punt zijn er echter bij de betrouwbaarheid van deze kroniek vraagtekens te plaatsen. De zusters vestigden zich in het huis van Willem die Brune Roelofsz in Grimmenes dat hij met zijn vrouw Nelle aan hen ter beschikking stelde. Het is aannemelijk dat de zusters in dit huis verbleven tot hun vertrek in 1405/1406 naar het erf van de Oude Nonnen aan de Oudezijds Voorburgwal. Hoogstwaarschijnlijk is met deze verhuizing de omzetting van het zusterhuis in een tertiarissenklooster, dat onder invloed van het Kapittel van Utrecht kwam te staan, in verband te brengen. In 1419 werd door het kapittel van Sint Marie op het Hof in Den Haag aan de zusters onder meer het privilege van de bouw van een eigen kapel verleend. Tevens werd toen het maximum aantal zusters op 60 gesteld. Voorts mochten zij aan 6 of 7 proveniers onderdak bieden. Bij de stadsbrand in 1452 werd het klooster nagenoeg volledig in as gelegd. De houten kapel brandde tot de grond toe af. In 1458 gingen de zusters over tot de orde van Sint Augustinus. In 1469 sloten zij zich bij het Kapittel van Sion aan. De kapel werd in 1470 opnieuw opgetrokken. Deze kapel was een dubbelkapel. De bovenkerk was bestemd voor de zusters, terwijl in de benedenkerk het gewone kerkvolk de dienst kon bijwonen. Bij de grote stadsbrand van 1572 gingen alle conventsgebouwen verloren. In 1585 werd het convent opgeheven. De gebouwen werden afgebroken om plaats te maken voor woonhuizen. In 1629 werd de kapel verbouwd. Op de zolder vestigde zich de stadsbibliotheek en in de ruimte daaronder het Athenaeum Illustre, de voorganger van de Universiteit van Amsterdam. Tegenwoordig is het gebouw in gebruik als Universiteitsmuseum
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-006
VU Kloosterlijst nummer:
A26