Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Utrecht

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
1392 - 1580
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Naam van het klooster:
Susteren after Sint Barbarengasthuis
Patroonheilige:
Sint Agnes
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht-Nicolaas
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1392
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het Sint Agnesklooster in Utrecht stond vlakbij de Nicolaïkerk op een terrein dat in het zuiden begrensd werd door de stadswal, in het westen door Nicolaaskerkhof, in het noorden door de Agnietenstraat en in het oosten door de Lange Nieuwstraat. Dit klooster vindt zijn oorsprong in een gemeenschap van zusters, die al in 1392 in het achterhuis woonden, dat hoorde bij het aan de Oudegracht gelegen Sint-Barbaragasthuis, waarvan de vroegste vermelding uit 1403 dateert. Nadat in 1397 problemen in dit gasthuis ontstaan waren, verlieten de zusters in dat jaar dit huis om zich aan de Neude te vestigen, waar ze het Sint Caeciliaconvent zouden vormen. In 1420 vertrokken vervolgens ook de zusters, die toen nog in voornoemd achterhuis woonden. Zij betrokken toen een gebouw bij de Nicolaïkerk, dat tot het Sint Agnesklooster zou uitgroeien. De zusters namen vermoedelijk tegelijk bij de besluiting van de gemeenschap in 1422 de derde regel van Sint Franciscus aan. In dat jaar kregen zij ook een aantal privileges. Zo mochten zij onder meer over een eigen altaar beschikken en een eigen priester kiezen, die de eucharistie mocht toedienen en de biecht horen. Er zijn enkele aanwijzingen, dat het convent bij activiteiten van het Kapittel van Utrecht betrokken was. Later gingen de zusters over naar de regel van Sint Augustinus. Wanneer dit precies het geval was, is evenwel niet duidelijk. In 1451 werd het convent voor het laatst nog aangeduid als een gemeenschap van tertiarissen. In de jaren 1512-1516 werd een nieuwe kapel gebouwd. Deze kapel was een dubbelkapel. De bovenkerk was bestemd voor de zusters, terwijl in de benedenkerk het gewone kerkvolk de dienst kon bijwonen. Na de reformatie in 1580 kregen de kloostergebouwen, die gedeeltelijk gesloopt werden, verschillende bestemmingen onder meer als expositiezaal voor schilders, als weeshuis en als kazerne om in 1921 na jarenlange restauratie als onderdeel van het Centraal Museum in gebruik genomen te worden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p. 183; Monasticon Batavum, Supplement, p. 152; Monasticon Batavum, p. 187/192; Monasticon Trajectense, http://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/detail.php?ID=144 (15-10-2017); K. Goudriaan: ‘De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht: Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 1” (Hilversum 1998), p. 244; E. Ypma, Proefschrift “Het Generaal Kapittel van Sion zijn oorsprong, ontwikkeling en inrichting” (Universiteit Nijmegen 1949), zie ook: http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/107134/mmubn000001_07625660x.pdf?sequence=1 (10-07-2017), p. 12/13
Gebruikte websites:
Website Centraal Museum Utrecht, http://centraalmuseum.nl/ontdekken/set/#e:8742 (14-10-17); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Agnietenklooster_(Utrecht) (14-10-17)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z104-083
VU Kloosterlijst nummer:
U23