Zoeken in collecties

Na daartoe contact gezocht te hebben met abt Frederik Gaykinga van de Sint-Bernardusabdij te Aduard stichtte in 1340 de Friese edelvrouw Addyerth van Thyum op haar landgoed, dat in de volksmond 'Inrahus' werd genoemd, het klooster Klein Aduard, waarin zij later zelf intrad. Het klooster, dat in 1342 tot de orde van de Cisterciënzers werd toegelaten, werd in 1344 na goedkeuring van de paus onder het gezag van de Sint-Bernardusabdij in Aduard gesteld. Nadat het klooster door de bisschop van Munster aan de heilige Anna, moeder van Maria, toegewijd was, werd het klooster, dat in een onbekend jaar tot abdij werd verheven, in plaats van Klein Aduard, Sint Anna of Sint Annen genoemd. Het bijzondere van het klooster was dat het het enige Groningse vrouwenklooster was dat door een abdis werd geleid. Het klooster bezat omvangrijke landerijen waarvan de oppervlakte omstreeks 1555 een oppervlakte van ca. 770 ha. beliep. Tevens bezat het klooster in 1356 de parochierechten van Stedum, maar deed daar later afstand van. Verder verkreeg het klooster parochierechten in het dochterdorp Steerwolde, die echter in de 15e eeuw aan het Olde Convent in Groningen werden overgedragen. Onder leiding van Wiebrant van Goutum werd het klooster in 1582 geplunderd door Spaanse soldaten. Met het verbeurd verklaren van de goederen van deze rebellen werd de schade toen door de Spaanse koning vergoed. Dit mocht echter niet baten. In 1590 werd het klooster opnieuw overvallen, ditmaal door een bende geuzen. Bij de reductie van Groningen in 1594 werd het klooster door Stad en Lande genationaliseerd. Doordat de provincie krap bij kas zat, werd de abdijkerk van Sint-Annen in 1601 bij opbod verkocht. In de daaropvolgende jaren werden om dezelfde reden ook de overige gebouwen van het klooster gesloopt