Zoeken in collecties

Uit de erfenis, die de bij de jezuïeten ingetreden Leo Regout ontving bij het overlijden van zijn grootvader Petrus Laurentis (“Petrus I) Regout, de grondlegger van de Maastrichtse kristal-, glas- en aardewerkfabrieken, werd langs het Jekerdal, bovenop de Louwberg, aan de Susserweg een stuk grond gekocht. Hier lieten de jezuïeten in 1880 een buitenhuis bouwen, dat de naam De Campagne kreeg. Voor hun ontspanning werd daar door de studenten van het Canisianum aan de Tongerseweg in Maastricht met hun docenten de vrije woensdagmiddag, de wekelijkse verplichte zogeheten campagnedag, doorgebracht met schaken, dammen, kaarten, lezen, zingen, toneelspelen, sporten en wandelen. Een ander tijdsbedrijf was vanaf 1893 het uithouwen van sculpturen en het beschilderen van de wanden in de onderaardse gangen van de voormalige Sint Lambriksgroeve in de Fallenberg, thans de Jezuïetenberg genoemd. Onderhavig gangenstelsel, waarvan de ingang zich aan de zuidzijde van de Cannerberg bevindt, was indertijd aangelegd voor de winning van mergel, waarmee in 1890 gestopt werd. Toen in 1967 het Canisianum werd opgeheven, verloor De Campagne zijn functie als ontspanningslocatie voor de jezuïeten. Opgemerkt wordt nog dat, voordat de jezuïeten De Campagne voor voormelde de functie in gebruik namen, zij konden beschikken over de in de buurt van De Campagne aan de Mergelweg in de buurtschap Nekum in het Jekerdal gelegen Villa Canne. Deze villa was door Petrus Laurentis (“Petrus I) Regout in 1853 aan de jezuïeten in bruikleen gegeven. Toen hij in 1878 overleed en zijn zoon, Petrus Alexander (“Petrus II”) die de villa toen erfde, er met zijn gezin ging wonen, moesten de jezuïeten de villa verlaten