Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Haarlem

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Haarlem
Datering:
1249 - 1577
Orde of congregatie:
Karmelieten
Naam van het klooster:
Stripeden Bruders
Plaatsnaam:
Haarlem
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Haarlem-Bavo
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1249
Opheffing/laatste vermelding:
1577
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Volgens de Engelse karmeliet John Horneby zou de karmel van Haarlem door prior-generaal Simon Stock gesticht zijn. Bij de betrouwbaarheid van deze informatie zijn de nodige vraagtekens te plaatsen. Wel aannemelijk is, dat het karmelietenklooster van Haarlem in 1249 gesticht werd door Simon Van Haarlem, heer van Heemskerk en Castricum. Daartoe droeg hij zijn huis nabij de Grote Markt te Haarlem over aan de karmelieten. De stichting van Simon werd bekrachtigd door Graaf Willem II van Holland en zijn echtgenote Elisabeth van Brunswijk, die ook, evenals Machteld van Brabant, de moeder van de graaf, bijdroegen aan de bouw van de kloosterkapel. In 1271 werd het klooster bedacht in het testament van Aleid(a) van Avesnes, gravin van Henegouwen en dochter van Machteld van Brabant. Voorts ontving het klooster testamentaire schenkingen van onder meer ridder Gerard van Wateringen, Jan Persijn van Velsen, heer van Waterland en Marken en Dirk III, heer van Brederode. Behalve dat in 1330 de karmel van Schoonhoven vanuit Haarlem werd gesticht, was het ook betrokken bij de stichting van de karmels van Woudsend, Utrecht en Oudorp en werd zo het moederconvent van de Noord Nederlandse karmelietenkloosters. In 1455 werd het klooster door Johan Soreth, prior-generaal van de karmelieten, hervormd. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog had het klooster ernstig te lijden. Na de herovering door de Spanjaarden in 1573 werd het katholiek gezag hersteld, maar niet voor lang. In 1576 kwam de Pacificatie van Gent tot stand, die het verdrijven van de Spaanse troepen uit de Nederlanden op basis van godsdienstvrijheid tot hoofddoel had. Van dit laatste kwam echter niets terecht. In 1577 werd het klooster verkocht en kwam er een einde aan het convent. Klooster en kerk werden vervolgens gesloopt. Slechts de Guldenbergspoort in de Grote Houtstraat, is het enige wat er van het kloostercomplex overgebleven is. Onder de prioren verdient de bekende kroniekschrijver Jan Gerbrandtzoon van Leiden vermeld te worden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III, p. 53; A. Jacobs, “Monasticon Carmelitanum Neerlandicum” (Maasmechelen 2011), p. 294; G.H. Kurtz, “Beknopte geschiedenis van Haarlem” (Haarlem 1942), p. 7
ENK Monasticon nummer:
ME-P014-020
VU Kloosterlijst nummer:
H02