Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Amsterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1346
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Begijnhof
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Onze Lieve Vrouw
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1346
Type:
Hofjes en stiften, v
Geschiedenis:
De vroegste vermelding van begijnen in Amsterdan dateert uit 1346. In dat jaar woonden deze begijnen in een door een zekere Coppe van der Lane geschonken huis, dat toen buiten het tegenwoordige hof gelegen was. Pas in 1389 werd in een door de stad bekrachtigde akte het woord hof voor het eerst gebruikt. In deze akte werd onder meer geregeld dat het hofbestuur de bevoegdheid kreeg om ongewenste hofbewoners te weren en zonder zijn toestemming er geen huizen verkocht of vervreemd mochten worden. Oorspronkelijk was het begijnhof gelegen op het terrein dat omsloten werd door de Nieuwezijds Voorburgwal, het Spui en de Begijnensloot, die toen nog grachten/vaarten waren, maar later gedempt werden. In 1417 kregen de begijnen van de stad tussen het Spui en het terrein, dat nu bekend staat al het Grote Hof, een stuk grond in eigendom, dat de stad hen eerder al ter beschikking gesteld had. Het was toen nog moeras dat door de begijnen zelf drooggelegd werd. Met dit stuk grond kon het begijnhof naar het zuiden verlegd worden. In 1511 maakte een langs de Nieuwezijds Voorburgwal verworven strook grond nogmaals een uitbreiding mogelijk. Op het begijnhof stonden 140 woningen. Bij de renovatie in 1979 werden evenwel een aantal woningen samengevoegd. Thans telt het beginhof nog 47 gewone stadswoningen, waarvan de meeste voorzien zijn met gevels uit de 17e en 18e eeuw. Het middelpunt van het begijnhof vormde de door de begijnen uit eigen middelen bekostigde kapel. In de nabijheid daarvan bevond zich de begraafplaats. Na de Alteratie van Amsterdam in 1578 bleef het begijnhof als enige katholieke instelling van de stad voortbestaan. De huizen waren particulier eigendom van de begijnen zelf en dat bleef toen zo. Wel moesten ze in 1607 de kapel afstaan, die aan de Engelse Presbyterianen ter beschikking gesteld werd en sindsdien de 'Engelse Kerk' genoemd wordt. De tegenover deze kapel gelegen kosterij werd in 1671 samen met een belendend pand verbouwd tot schuilkerk, die nu nog in gebruik is
Gebruikte literatuur:
W.F. Denslagen, ‘Begijnhoven in Noord-Nederlandse steden’, in “Bulletin KNOB”, 77 (1978), zie ook: https://journals.library.tudelft.nl/index.php/knob/issue/download/77_5/183 (10-03-2017), p. 208-210; Th. Bakker, “De middeleeuwse kloosters van Amsterdam”, zie ook: website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (10-03-2017), p. 4/41/42
Gebruikte websites:
Website Stadsarchief Gemeente Amsterdam, https://archief.amsterdam/inventarissen/overzicht/740.nl.html, (10-03-2017); Website Gemeente Amsterdam, https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/beschrijvingen/begijnhof/ (10-03-2017); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Begijnhof_(Amsterdam) (10-03-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z010-002
VU Kloosterlijst nummer:
A23