Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Bergen op Zoom

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Bergen op Zoom
Datering:
1498 - 1580
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Begijnhof
Plaatsnaam:
Bergen op Zoom
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
Bergen op Zoom
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1498
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Type:
Hofjes en stiften, v
Geschiedenis:
In 1498 werd begonnen met de bouw van het begijnhof in Bergen op Zoom, dat gelegen was even buiten de Verloren Costpoort. Jarenlange voorbereidingen waren eraan voorafgegaan. Deze begonnen in 1484 en eindigde in 1490 met de akte, waarbij deken en kapittel voor het oprichten van het begijnhof verlof verleenden. Pas in 1495 kwam de pauselijke toestemming en drie jaar daarna die van de bisschop. Het begijnhof, dat onder volledige toezicht stond van de stad, lag op een rechthoekig plein met een uitloper, die eveneens rechthoekig was. Midden op het plein stond de begijnhofkerk met rondom een begraafplaats. Aan de zijden van het door een muur omsloten begijnhof stonden de huizen, 53 in getal, althans in 1526. Op het begijnhof stonden ook zogeheten conventen. Dit waren huizen, die welgestelde burgers hadden laten bouwen en die over eigen goederen en inkomsten beschikten en een eigen bestuur hadden. Zo was er het convent Coelgeenens, dat naar zijn stichter en weldoener Meester Willem Coelgeenenszoon vernoemd was en diende voor het verzorgen en verplegen van bejaarden. Van latere datum was het Everdeysconvent, dat Simon Everdey had laten bouwen. In dit huis werden arme kinderen ondergebracht. Voorts stond er op het begijnhof een infirmerie, een huis, dat als woning ingericht was voor zwakke en zieke begijnen, maar eveneens voor tijdelijke kostgangers, de zogenaamde commensales. Kort na de plundering in 1580 van het begijnhof besloot het stadsbestuur tot afbraak daarvan. Dit besluit werd mede ingegeven door de strategisch uiterst ongunstige ligging van het begijnhof net buiten de stadsmuren. De opbrengsten van de afkomende materialen dienden voor dat gedeelte van het begijnhof, dat door de stad gebouwd was, waaronder de kerk en de buitenmuren, in de stadskas te vloeien. De zogenaamde begijnengoederen, die met name landerijen en rentebrieven betroffen, kwamen onder beheer van een administrateur. Uit de inkomsten daarvan ontvingen de overgebleven begijnen levenslang alimentatie
Gebruikte literatuur:
W.F. Denslagen, ‘Begijnhoven in Noord-Nederlandse steden’, in “Bulletin KNOB”, 77 (1978) Zie ook: https://journals.library.tudelft.nl/index.php/knob/issue/download/77_5/183 (10-03-2018), p. 210/211; W. Simons, “Cities of ladies. Beguine communities in the medieval Low Countries 1200-1565” (Philadelphia 2001), p. 265; W. A. van Ham, “Macht en gezag in het markiezaat: een politiek-institutionele studie over stad en land van Bergen op Zoom 1477-1583 (Hiversum 2000), p. 29/396; Ch.C M. de Mooij, Geloof kan Bergen verzetten: reformatie en katholieke herleving te Bergen op Zoom 1577-1795 (Hilversum 1998), p. 161/162/165/169/178/179; J. Kleijntjes en C. Slootmans, Hervorming te Bergen=op-Zoom, Hare ontwikkeling en vestiging in de 16e eeuw (Bergen op Zoom 1933), zie ook http://www.geschiedkundigekringboz.nl/site/wp-content/uploads/2015/11/Hervorming-te-Bergen-op-Zoom.pdf, (12-03-2018); W.A. van Ham en J.L.C. Weyts, “Het Kleine Hof aan de Goudenbloemstraat” (Bergen op Zoom 1978), p. 12; W.A. van Ham, “Merck toch hoe sterck” (Bergen op Zoom 1982), p. 63/64/65/93 ; B. Daeter, ‘Het begijnhof buiten Bergen op Zoom’ in “De Waterschans”, 20 (1990), nr. 1, p. 11-14; W. van Ham, ‘De voorsteden. Verkenningen in middeleeuws Bergen op Zoom’ in “De Waterschans”, 16 (1986), nr 4, p. 66; R.J. van den Bergh, ‘Mest en milieu in de Late Middeleeuwen’ in “De Waterschans”, 29 (1999), nr 4, p. 144
ENK Monasticon nummer:
ME-Z010-007
VU Kloosterlijst nummer:
B11