Zoeken in collecties

In 1368 liet een zekere jonkvrouw Meyne Uyt den Waerd, dochter van ridder Dirc Uyt den Waerd, haar testament opmaken, waarbij ze haar hele vermogen zonder enig voorbehoud aan de armen schonk. Verder bepaalde ze, dat na haar dood heer Jacob, de toenmalige cureit van de Pieterskerk te Leiden, of zijn opvolger, haar huis door eerzame arme maagden of weduwen zou laten bewonen, zonder dat zij daarvoor hoefden te betalen en ook zonder dat zij zich hierdoor tot iets anders zouden verplichten. Dit huis was gelegen in het blok tussen Rapenburg en Papegracht naast het Sint Barbaraklooster, dat later de bestemming van Prinsenhof kreeg. Stierf een van de in dit huis gehuisveste vrouwen, dan behoorde het eveneens tot de taak van de cureit haar plaats door een ander te laten innemen. Voorts zou bij hem tot in eeuwige dagen het beheer en onderhoud van onderhavig huis berusten. Of voornoemd testament ook werkelijk aldus werd uitgevoerd, blijkt nergens Het is echter wel waarschijnlijk. Men is er althans zeker mee begonnen