Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Rotterdam

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Rotterdam
Datering:
1379 - 1572
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Begijnhof Het Paradijs
Plaatsnaam:
Rotterdam
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Rotterdam
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1379
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Hofjes en stiften, v
Geschiedenis:
In Rotterdam werd kort voor 1379 aan de toenmalige Wijde Broedersteeg niet ver van de Sint-Laurenskerk een begijnhof gesticht dat “Het Paradijs” genoemd werd. Toen in voornoemd jaar hertog Albrecht dit begijnhof in zijn bescherming nam, was het nog in aanbouw. Het jaar daarop stelde het stadsbestuur de statuten vast voor het begijnhof, waar slechts een beperkt aantal begijnen zal hebben gewoond. Midden op het begijnhof stond een al in 1437 vermelde kapel met begraafplaats. Ook beschikte het begijnhof over een eigen bakkerij. De leiding van het begijnhof berustte bij één meesterse. In financiële aangelegenheden stonden hofmeesters als voogden de begijnen in rechte bij. Hoewel de begijnen zich tot het begijnhof als leefgemeenschap verbonden hadden, bleef hen als enkeling een grote mate van vrijheid en welstand. Zo berustte het eigendom van een huis op het begijnhof steeds bij de bewoonster(s) van dat huis. Wel dienden zowel de gelofte van gehoorzaamheid als de gelofte van kuisheid te worden afgelegd. Deze geloften golden evenwel slechts voor de duur dat van de gemeenschap deel uitgemaakt werd. Bij vertrek uit het begijnhof moest het eigendom van het huis, dat dan verlaten werd, aan de gemeenschap worden overgedragen. Vanaf 1556 werd in het begijnhof onderdak geboden aan twaalf Rotterdamse karmelitessen, die al in 1550 na sterk aandringen van het stadsbestuur uiteindelijk tot het besluit waren gekomen hun klooster, dat gelegen was aan de tegenwoordige Goudsewagenstraat, te verlaten, zodat de stad er vrijelijk over kon beschikken. Over de sociale achtergrond van de begijnengemeenschap als geheel kan geen uitspraak worden gedaan, omdat daarvoor te weinig gegevens beschikbaar zijn. Wel is het zeker dat er enige Rotterdamse regentenfamilies in het begijnhof vertegenwoordigd waren
Gebruikte literatuur:
H. ten Boom, “De reformatie in Rotterdam 1530-1585” (Amsterdam 1987). zie ook: http://rjb.x-cago.com/GARJB/1986/12/19861231/GARJB-19861231-0208/story.pdf (04-04-2018), p. 210/219/220/221;
ENK Monasticon nummer:
ME-Z010-054
VU Kloosterlijst nummer:
R31