Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Utrecht

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
1251 - 1621
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Begijnhof
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht-Jacob
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1251
Opheffing/laatste vermelding:
1621
Type:
Hofjes en stiften, v
Geschiedenis:
Op een door het kapittel van Sint-Jan in erfpacht uitgegeven stuk grond dat begrensd werd door de Voorstraat, de Van Asch van Wijckskade, de Plompetorengracht en de Begijnesteeg lag het Utrechtse begijnhof, dat volgens een oorkonde uit 1400 voor het eerst in uit 1251 daterende oorkonde vermeld werd. Het begijnhof werd omsloten door een muur met een poort tegenover het Wittevrouwenklooster en een zijpoort tegenover de Breedstraat. De huizen in het beginhof lagen om een plein. Midden op dit plein stond de kapel en ten oosten daarvan het “Groothuis”, waarin meerdere begijnen samenwoonden. Weer ten oosten van het “Groothuis” bevond zich de “coelhoff”, de moestuin van de begijnen. Werd een begijn uit het begijnhof verbannen, dan behield ze toch het eigendomsrecht van het huis dat ze tot dan toe bewoond had. Bijna een eeuw later werd dit bij besluit van het stadsbestuur gewijzigd en verloor de vertrekkende begijn in zo’n geval wel het eigendomsrecht. Dit nu werd in 1421 door de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim weer ongedaan gemaakt. Na de Reformatie, toen er in 1580 een verbod kwam op het uitoefenen van de katholieke godsdienst, verloor in 1613 het begijnhof zijn zelfstandigheid. Vanaf 1621 mochten er geen nieuwe begijnen meer worden aangenomen. Het begijnhof was dan ook tot uitsterven gedoemd. Het beheer van het begijnhof kwam te berusten bij vier door het stadsbestuur aangestelde rentmeesters. Voorts werden in het vervolg de begijnhofhuizen voor de bewoning daarvan door het stadsbestuur toegewezen en dan ook aan alleenstaande niet katholieke vrouwen. Rond 1675 werd besloten het nakomen van de verplichtingen jegens het begijnhof en het betalen van alimentatie aan de overgebleven begijnen stop te zetten. Op het terrein van het Begijnhof werden straten aangelegd en woonhuizen gebouwd. De kapel werd, na onder meer als paardenstal dienst gedaan te hebben, in 1840 tot woonhuis verbouwd. Resten van deze kapel zijn nog aanwezig in het pand Wijde Begijnestraat 112-114
Gebruikte literatuur:
W.F. Denslagen, ‘Begijnhoven in Noord-Nederlandse steden’, in “Bulletin KNOB”, 77 (1978), zie ook: https://journals.library.tudelft.nl/index.php/knob/issue/download/77_5/183 (03-04-2018), p. 217/218; R. van Weeren, ‘Begijnhof, Utrecht, The Netherlands’, op website Institutions for Collective Action, http://www.collective-action.info/_CAS_BEG_NET_Beguinage-Utrecht (06-04-2018); M.W.J. de Bruijn, ‘Algemene samenvatting en  slotbeschouwing van Husinghe ende hofstede” op website Webstek Broer en De Bruijn, http://www.broerendebruijn.nl/HusingheendehofstedeSamenvatting.html (06-04-2018)
Gebruikte websites:
Website Het Utrechts Archief, http://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&mizig=210&miadt=39&miaet=1&micode=708&minr=28568299&miview=inv2&milang=nl#inv3t2 (07-04-2018); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Begijnhof_(Utrecht) (06-04-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z010-060
VU Kloosterlijst nummer:
U14